De Koektrommel | 2. Wilde boerendochter
De blogchallenge voor 2017, De Koektrommel, werd gelanceerd door Thomas Pannenkoek. Ik geef er met graagte gevolg aan.
De zomer van 1951.
Koning Boudewijn besteeg de troon in België net nadat de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en 44 andere landen officieel de staat van oorlog met Duitsland beëindigden. Bij onze noorderburen deed de tv zijn intrede. In de eerste jaren keken er maar enkele duizenden mensen televisie, vooral door de technische beperkingen en de torenhoge aankoopprijs van de toestellen. België zou zelfs nog twee jaar uitsluitend aan de radio gekluisterd blijven.
In dat jaar werd mijn moeder achttien. De oprukkende modern times van weleer gingen aan haar voorbij. Ze las de krant waarop wat later de patatten geschild werden, luisterde daarbij vaak naar de middengolfradio (Nat King Cole! Tony Benett! Frankie Laine!) en leerde autorijden in de Chevrolet pick-uptruck van haar vader, een achtergelaten oorlogsrestant van de Amerikanen.
Die 4×4 kwam overigens goed van pas op de boerderij van mijn grootouders die hardwerkende landbouwers waren. Het voertuig was tevens de enige luxe die er was, want de boerenstiel stond toentertijd gelijk aan het harde buitenleven vol noeste handenarbeid, aan de samenwerking tussen mens en trekpaard en – om Wim De Craene even te citeren – aan het binnenhalen van de oogst | het weer was droog en heet | de lijven plooiden naar de hooivork | en stonken naar het zweet | Het graan was rijp en binnen | de boer zijn hoogste wens | men zei me dat dit alles | een paradijs was voor de mens.
Paradijs ammehoela, moet mijn moeder op een bepaald moment gedacht hebben. En ook: breek uit jezelf. Had zij híérvoor langer dan gemiddeld mogen studeren van haar ouders? Lag haar toekomst echt bij die welstellende doch vadsige veehandelaar aan wie haar ouwelui haar per se wilden koppelen? Ze zag hem nog niet staan, wilde boerendochter die ze was. Ze wilde maar één ding: wegvluchten uit dit kleine dorpje dat weggestoken lag tussen de sparrenbossen, verdeeld in allemaal kleine boerderijtjes.
Of ze daarin geslaagd is? Dat verneemt u binnen de kortste keren in deel drie van De Koektrommel.
Manueel aardappelen rooien; mijn moeder (links) aan het werk met één van haar zussen
Uitrusten na het te drogen zetten van de oogst
Mijn moeder (rechts) met haar oudere zus in de typische boerenkledij van toen
Samen met Max, het goedmoedige varken dat mocht blijven leven
[ Foto’s: de ouderlijke koektrommel ]
De prachtige foto’s doen Amerikaans aan. Ik kan me voorstellen dat het ver van een paradijs was, maar wie wil kan alles romantiseren.
Knappe moeder, by the way.
LikeLike
Het was inderdaad allesbehalve een paradijs. Doch foto’s als deze doen anders vermoeden.
LikeLike
Schitterend stukje. Mooie foto’s en zo mooi hoe je twee van mijn jeugd-liedjes mixt in deze bijdrage … een prima begin van mijn dag.
LikeLike
Blij dat je dag goed begonnen is. 😉
En yep, dat zijn tevens twee van mijn jeugdliedjes. Vooral Wims nummers spreken me, ook nu nog, erg aan.
LikeLike
Schitterende bijdrage, en wat een mooie, puur natuur madammen!
Dat kleine dorpke heeft me ooit mijn eerste lief opgeleverd en ongeveer alle vrienden uit het middelbaar woonden er. Ik ken het daar dus goed!
LikeLike
Als ik me niet vergis, woon jij er vlak naast, niet?
Tot aan haar dood is mijn moeder Kleits blijven spreken. Het Brugse dialect liet ze nauwelijks of niet binnensijpelen.
LikeLike
Kleit begot, niet dat ik er ooit geweest ben, maar de naam sprak tot mijn kinderlijke verbeelding als ik ze hoorde uit de mond van mijn grootvader op zijn zondagmorgen bezoekjes. De man zijn roots lagen in Middelburg, dus niet zo heel erg ver. Later werd de wegwijzer met die naam op de N49 een ijkpunt, we waren bijna op bestemming. Zalige foto’s en inderdaad een knappe madam , die mama van jou.
LikeLike
Ik ben bij mijn grootmoeder in Kleit opgegroeid totdat ik, in West-Vlaanderen, naar school ging. Aanvankelijk sprak ik dus Oost-Vlaams, maar dat heb ik snel omgeturnd naar Brugs omdat ik constant uitgelachen werd.
LikeLike
Is er niet zo een legende of sage over Kleit? Een betoverde hofstede of zo, hangt ergens in mijn hoofd.
LikeLike
Geen idee, Anna. En aan mijn moeder kan ik het helaas ook niet meer vragen.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, de Papinglohoeve, nu omgebouwd tot een hotel en restaurant. Er was iets met de klokkentoren (nu verdwenen) op de hoeve, of met de waterput, ik weet het niet juist meer.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Abdijhoeve_van_Papinglo
LikeLike
Dit zijn toch prachtige foto’s!
Het lijkt zo lang geleden, maar in mijn gevoel leven de jaren vijftig nog.
LikeLike
Het/ons verleden is nooit veraf, denk ik vaak. Hoe vaak grijpt een mens er niet naar terug?
LikeLike
Stuk voor stuk schitterend foto’s. Ik heb geprobeerd een keuze te maken welke foto ik het mooist vind, maar kan er geen kiezen.
Vroeger was alles beter. Aan me nooit niet!
Ik hoop dat het weer iets beter gaat met je vader…
Warme groet.
LikeLike
Met mijn vader gaat alles goed, dank je. Er staat hem wel nog een tweede operatie te wachten.
Mijn favoriete foto is die met het varken. 😉
LikeLike
Die met dat varken vind ik zo mooi. Eruit zien als een varken zou eigenlijk geen belediging moeten zijn.
Als ik eens tijd had dan dook ik ook eens in de “koektrommel”.
Groetjes,
Dorothé
LikeLike
Misschien moet je je koektrommel maar eens meenemen op een van je hardlooprondes. 😉
LikeLike
Wat een prachtige foto’s! Die broeken zijn echt modern! Leuk idee die koektrommel.
LikeLike
Ja, hè. In de mode komt alles terug. Deze broeken zouden heden inslaan als een bom.
LikeLike
Niet geschapen voor de boerenstiel, die knappe, elegante mam van je.
LikeLike
Nee, dat klopt. Al is ze wel altijd een natuurmens gebleven.
LikeGeliked door 1 persoon