Opium voor de dromer: oudewijvenzomer

Er kwam ons een koppel veertigers tegemoet met in hun kielzog twee kinderen. Meneer en mevrouw droegen een wegwerpmondmasker en wisselden geen woord met elkaar. De kinderen toeterden de lucht vol wijl ze wild gesticuleerden.

Toen we elkaar wilden kruisen op het smalle zandpad, stapten zowel de man als de vrouw ostentatief twee meter opzij, de rijkelijk met netels begroeide beemd in. Ze schonken ons, niet-mondmaskerdragers, een giftige blik.
“Geen verplichting hoor”, maakte ik hen glimlachend diets. “Open lucht en zo.”
De man mompelde iets in zijn masker waardoor het een stond opbolde. Aan zijn ogen te zien was het alvast geen instemmende formulering. De vrouw zweeg, doch als haar starre kijkers kogels waren geweest, dan hadden ze ons, notoire virusverspreiders, ter plekke neergebliksemd.
Twee tellen later was het passeermanoeuvre wijlen. Achter ons hoorden we de man ineens zwaar rochelend hoesten. We keken elkaar aan en barstten terstond in lachen uit.

* * *

Over de weidse, rimpelende plas slingert zich een langgerekt hardhouten knuppelpad. De reeds lager staande zon strooide een sliert fel fonkelende parels op het wateroppervlak. Ik ging door de knieën en legde dit magische tafereeltje op de gevoelige plaat vast.
Wat verderop zagen we hoe een blauwe reiger met een welgemikte uithaal een vis aan zijn magistrale snavel spietste. De statige steltloper sloeg vervolgens met een gedecideerde beweging zijn nek achterover en stuurde alzo zijn wild spartelende prooi maagwaarts.
Op het moment dat ik mijn camera op de geduchte visrover richtte, steeg hij klapwiekend op, zweefde een wijl laag over de lagune en streek wat verderop neer tussen twee kloeke bundels lisdodden.
Een mislukte foto, een indrukwekkende waarneming.

* * *

Dit oorspronkelijke bufferbekken werd door de stadsgroendienst met vakkundig beleid omgetoverd tot een gevarieerd reservaat met een rijke fauna en flora. Het nuttige werd er op onnavolgbare wijze aan het aangename gekoppeld.
Op het moment dat Katrien en ik even halthielden om de laatste kleuren van de massale water- en oeverbegroeiing, badend in het mordoré licht van de ondergaande nazomerzon, ten volle tot ons te nemen, voelde ik hoe een gelukzalige gloed mijn hart vulde. Dat de natuur me nog immer, vaak tot tranen toe, kan beroeren, beschouw ik als mijn allergrootste fortuin. De helft mijner sponde even daargelaten, vaneigens.

En u?

Eén reactie

  1. djaktief

    Wat een fraaie plek om te vertoeven. Gelukkig hebben jullie je niets aangetrokken van de menselijke barrière aan het begin. Z0’n steiger is echt heel fraai aangelegd en opent nieuwe [foto] gezichtspunten.

    Like

  2. Affodil

    Prachtig gebied en dito foto’s.

    En ik ben het volledig met je eens, Menck: als we één ding moeten bewaken als een onschatbaar goed, dan is het onze kinderlijke verwondering voor de natuur. Wat zouden we anders moeten missen!

    Like

  3. saturnein

    Mooi.
    Het is wat ik hier in de stad het meeste mis. Akkoord, ik sta snel buiten de stad en kan daar genieten van de natuur. Maar ik mis de zonsopgang, de zonsondergang, de vogels (andere dan duiven, eksters, kraaien en merels), het water…

    Like

    • Menck

      Eerlijk? Ik zou hoegenaamd niet kunnen aarden in een stad. Daar wonen heeft uiteraard ook zijn voordelen, maar ik heb groen nodig in mijn nabijheid. In en rond het gat waar wij ons hebben genesteld, tref je de ongerepte natuur werkelijk nog in overvloed.

      Geliked door 1 persoon

      • saturnein

        Het heeft inderdaad zijn voordelen. Maar ik begrijp je: ik heb het hélemaal gehad met de stad, ik mis de weidse einders, de zonsopgangen en -ondergangen, een grotere diversiteit aan vogels. Qua groen kunnen we hier gelukkig niet écht klagen, maar ongerept kan je de natuur hier niet noemen. En ik heb het zó gehad met het lawaai.
        Dus ja. Op zoek naar een stekje wat meer in het groen.

        Like

  4. zem

    Zonder twijfel een prachtig stukje natuur en een hele mooie serie foto’s.
    Het gevoel, dat je in je laatste zinnen beschrijft, herken ik.
    Het is een groot voorrecht om zulke geluksmomenten te mogen ervaren in de natuur.
    Zelfs mijn (wilde) tuin verschaft me zulke momenten.
    Dankbaarheid past ons, Menck, hiervoor.

    Like

    • Menck

      Ook onze tuin laat me ten volle genieten, maar hij kan uiteraard nooit reiken aan de overweldigende schoonheid van de ongerepte natuur. In Vlaanderen moet je daartoe soms wat op zoek, maar wie zoekt vindt niet zelden parels.
      En inderdaad, Zem: dankbaarheid hiervoor is absoluut op zijn plaats.

      Like

  5. marieclaire

    In blogland verschijnen nogal eens berichten dat het zo lelijk is in Vlaanderen, maar wat jij ons hier voorschotelt… prachtig. Ik weet niet wat ik mooier vind, de natuur of de bewoordingen waarin die wordt beschreven. Hou dat gelukzalige gevoel lang vast, Menck.

    Like

  6. Kakel

    Wat een mooie serie foto’s heb je gemaakt. Je boft ook wel met je model Katrien (-:
    Het is goed toeven in Domein Groenhove. Ik heb alleen maar mooie herinneringen aan het natuurschoon in België (en er kunnen er altijd meer bij.) Iedere dag wanneer ik in de polder vertoef, prijs ik me gelukkig er te wonen. Veel mensen noemen het ‘een leegte die iedere dag hetzelfde is’ maar zij – de armen van geest – zijn zien niet wat ik zie.
    Groene groet.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.