Lang zal hij beven!

Zijn moeder was een halve zool en zijn vader een gehaaide egoïst-zakkenvuller.
De enige nestwarmte die hij als kind kende, was de hitte van de kachel. Zijn opvoeding bestond uit harde woorden, rake klappen en frequente vernederingen.
Op zijn veertiende stond hij al in de fabriek, een leeftijd waarop de kindervreugde normaal hoogtij dient te vieren. Werken moest hij, werken tot hij erbij neerviel. Zijn loon moest hij daarbij tot de laatste cent afgeven. “Tot de dag dat ge trouwt, manneke.”
Hij was eenendertig toen hij huwde, om halfacht ’s morgens in een schier lege kerk. Zijn enige wens was om linea recta op eigen benen te staan, bevrijd van de ouderlijke tirannie. Geen sinecure als je quasi platzak bent. De eerste huisraad was een door buren geschonken tafel en vier stoelen. Verder niks. Maar de vrijheid die hij genoot, was onbetaalbaar.

Dat een dergelijk verleden toch blijvende littekens op zijn ziel moet achterlaten, hoor ik u denken. Dat het welhaast niet anders kan dan dat zulks zijn eigen karakter nefast heeft beïnvloed.
Nee, dus.
Wel integendeel.
Want nooit nog zal ik zulk een aimabele, warmhartige, gulle, begripvolle en open mens leren kennen als mijn vader. O ja, hij heeft zijn kuren en kleine kantjes – koppigheid en drammerigheid om maar eens iets te noemen – doch wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
Hij heeft zijn kinderen geschonken wat hij zelf altijd heeft moeten ontberen: vrijheid, verantwoordelijkheid, ontplooiingskansen en liefde, héél veel liefde. Moest ik vader zijn geworden, dan wenste ik me prompt een aardje naar mijn vaartje.

Vandaag wordt hij vierentachtig.
Afgaand op de gemiddelde leeftijd van een Vlaamse man, worden hem thans extra jaren gegund. En dat terwijl hij al vanaf zijn vijftigste verkondigt “dat hij het niet al te lang meer zal trekken”.
Krakende wagens en zo, u kent dat wel.

Na het verlies van mijn moeder, ondertussen bijna vier jaar geleden, is hij wat vereenzaamd.
Een poos na haar overlijden schreef hij zich nog in bij een aantal ouderlingenverenigingen, maar heden laat hij ze stuk voor stuk links liggen. “Al die ouwe mensen ook”, is zijn enige uitleg.
Vertier vindt hij nog in fietsen, ook al vergaat zijn lichaam van de artrose. “Stappen lukt maar moeilijk meer, maar fietsen gaat nog wonderwel”, verkondigt hij telkens. Dat is: tot hij valt. Want zonder hulp van een welwillende medemens slaagt hij er hoegenaamd niet meer in om overeind te komen. De gedachte dat mijn vader ooit eens de nacht in een verlaten straatje zal dienen door te brengen, spookt dan ook geregeld door mijn hoofd.

Verder houdt hij zich onledig met tv-kijken, roddelblaadjes lezen, op zijn terras zitten en naar de radio luisteren.
Maar het liefst van al schaart hij zijn drie kinderen en diens partners rond zich. Dan vergeet hij even dat hij niet meer piep en vaak moe is en waant hij zich weer de energieke hoeder van weleer, vol enthousiasme en droge humor, met een vlotte babbel en geheel en al de tijd uit het oog verliezend.

Proficiat, ouwe. Dat we dat laatste woord trouwens nog vele jaren mogen bezigen. Zolang je maar niet begint te zingen. [ zie video onderaan ]


In huwelijksoutfit (mei 1964).


Genietend op het terras, een enigszins geforceerde glimlach om de lippen…


… al is te langdurige ernst niet aan hem besteed.


Even waant hij zich nog een jonge god in de sportbolide van mijn zus, maar zonder hulp van buitenaf raakt hij er geheid nooit meer uit.



Mijn vader “zingt” een ode aan mijn moeder.


[ Foto’s + video: Menck ]

Eén reactie

  1. Thomas Pannenkoek

    Rake beschrijving van een ‘opvoeding’ in de jaren veertig van de vorige eeuw.
    Proficiat aan Menck senior. In zijn plaats zou ik een goede producer aanspreken om dit muzieknummer te kneden tot een wereldhit. Een ferme beat eronder en een koppel knappe danseressen erbij en we zijn vertrokken voor een zomer van festivals !

    Geliked door 1 persoon

  2. Mrs. Brubeck

    Wat een mooie mens!
    Je hebt met je (knap geschreven) ode een rake beschrijving geschreven van zijn generatie!
    Ik hef mee het glas 😀👍.

    Like

  3. Vlinder1960

    Wat heerlijk geschreven! En ik vind dat je vader best goed kan zingen hoor. Heerlijk als iemand nog zo kan genieten van zijn leven. Misschien eens koppelen aan mijn moeder die gelukkig ook nog zo levenslustig is (en 80!).

    Like

  4. Kakel

    Hiep, hiep…van harte van met je vader!
    Op de video zie je aan zijn handen dat hij artrose heeft. Toch dóet hij het maar: een liedje zingen en dan wordt het ook nog opgenomen. Ik zou nog liever onder het vloerkleed kruipen.
    Ik maak een diepe buiging voor je vader: je eigen jeugd niet doorgeven is heel bijzonder.

    Like

    • Menck

      “Ik word waarschijnlijk helemaal rood” zegt hij ergens tussen het zingen door (in het West-Vlaams dialect). Mogelijks was hij dus ook liever onder het vloerkleed gekropen. 😀

      Like

    • Menck

      Door de hartgrondige hekel aan zijn verleden is hij erin geslaagd het patroon te doorbreken. En gelukkig maar. De huidige maatschappij zint hem een pak meer dan die zijner jonge jaren. Dat “vroeger alles beter” was, is zodoende allerminst zijn visie.

      Like

  5. beaunino

    Een hoop gemeen met mijn vader, een oudste zoon die ook moest werken en afdragen. Mijn ouders zijn trouwens in april ‘64 getrouwd. Fijn dat je vader nog leeft Menck, dat jullie elkaar allemaal lief hebben.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.