Die avond, mijn ouwe en de kraaien
“Er zit etter in mijn plas. Een heel zware blaasontsteking. De dokter is net weg.”
“Moet je pillen nemen?”
“Drie per dag. Antibiotica. Een kuur van twintig dagen. Om te beginnen.”
“En veel drinken, pa. Heeft de dokter dat niet gezegd?”
“Ja. Twee glazen water per dag, commandeerde ze.”
“Je bedoelt twee liter, veronderstel ik?”
“Goh, was het nu twee liter? Zou zomaar eens kunnen. Toeme, dat ben ik vergeten. Ik vergeet wel vaker iets de laatste tijd.”
Er verschijnt een diepe frons op zijn voorhoofd. Hij sluit even zijn ogen en vouwt zijn handen in zijn schoot.
“Het blijft warm, hè”, counter ik zijn gepeins.
“Nog tweeëntwintig graden. Ik heb daarnet de thermometer gecheckt. Gek, maar ik voel geen pijn als ik plas.”
“Dat is omdat er geen leven meer zit in die lul van je.” Ik lach. Mijn lach blijft onbeantwoord.
“Jongen toch, dat was vroeger wel even anders. Je moest eens weten.”
Thans grinnikt madam Menck wijl ze haar blik gericht houdt op het magazine waarin ze verdiept is.
De maan verschijnt sikkelvormig aan het firmament dat van blauw naar oranje overvloeit. Op de toren van de oude maalderij beginnen de kraaien zich te verzamelen. Een dagelijks ritueel alvorens ze met honderden hun slaapboom opzoeken.
“Je hebt dat echt goed gedaan, Menck.”
“Wat bedoel je?”
“De garagepoort.”
“Ach, dat. Nu, die kon na al die jaren wel een lik verf gebruiken, niet?”
“Het is minstens twintig jaar geleden dat ze geschilderd werd. Of misschien zelfs dertig, ik weet het niet meer.”
“Ze kan er weer twintig jaar tegen, pa. Degelijke verf, weet je wel.”
“Ja.”
Het verzamelde kraaienleger krast thans geagiteerd. Straks zal het, als ware het op bevel, ineens het luchtruim kiezen. Een boeiend schouwspel dat al jaren vanop het ouderlijk terras te aanschouwen valt.
“Wil je een gin-tonic, Menck? Het is er dé avond voor, vind ik. Je weet waar de flessen staan.”
“Straks. Wil ik voor jullie een fles cava ontkurken?”
Madam Menck kijkt op en mijn vader grijnslacht. “Het moet niet altijd water zijn, niet?”
“Jij ook, schat?”
“Bwah, waarom ook niet. Het is er inderdaad de avond voor.”
Ik sta recht en geef mijn ouwe een knuffel.
Het geheugen werkt vaak fotografisch.
Een flits van vroeger is er plots weer.
Niets beweegt erin, alsof de tijd besliste om even een korte rustpauze te houden.
Mijn vader zit nog steeds op dezelfde stoel.
Zijn gezicht kun je dichterbij halen.
Dan zie je hoe over zijn ogen een dun laagje vocht ligt en trilt, nog geen echte tranen, maar toch, iets als een pril begin van verdriet.
Zijn handen liggen in zijn schoot, lichtbruin, als gevallen bladeren, wegzakkend in een wolk van weemoed.
En ik, nog immer zijn kind, leg het hoofd met de rode schram over de wang op de harde rondingen van zijn knieën.
Straks, zo besef ik, laat hij mij los en leer ik de eenzaamheid van de volwassenen.
[ Foto & video: Menck W. ]
Dit raakt me diep. Op 10 dagen na, is het twee jaar geleden dat ik mijn eigen vader de laatste keer heb aangeraakt, ik wist toen niet dat het de laatste keer zou zijn.
LikeLike
Ik hoop voor je dat je alles een plaats hebt kunnen geven. Zulks heeft bij mij, na het wegvallen van moeder tweeënhalf jaar geleden, een ganse tijd geduurd.
LikeLike
Ik ken het gevoel dat je beschrijft maar al te goed, mijn vader is ondertussen bijna 91.
Prachtige foto van je vader trouwens.
LikeLike
91 is best wel een gezegende leeftijd. Taai ras, de Van E.’s. 😉
LikeLike
Hier word ik stil van.
LikeLike
Stilte is een vriend die je nooit verraadt.
LikeLike
Menck, o zo mooi! En troostrijk.
LikeLike
Dank je wel, Zem.
LikeLike
Slik!
Wat zou ik mijn ouwe ook nog graag eens een knuffel kunnen geven…
Zeker dat die vogels geen kauwen zijn i.p.v. kraaien? Ik ben nl de gelukkige 😦 buurvrouw van een slaapboom van zo een beestjes en bij mij zijn het zeker kauwen hoor.
LikeLike
Kauwen of kraaien: het verschil is me niet zo duidelijk, eigenlijk. Het zou dus best wel kunnen.
LikeLike
Hoe schoon het leven ook is, ze heeft haar scherpe kanten.
LikeLike
En dat zijn er helaas iets teveel. Enfin, soms toch.
LikeLike
Ik hoop dat er nog héél veel van die avonden, je ouwe en de kraaien mogen zijn, Menck.
LikeLike
Ik ook, Christel, ik ook. Zelf zegt mijn vader dan: “De carrosserie is nog goed, maar de motor sputtert bijwijlen.”
LikeLike
mooi, zo’n avondje mijmeren met je vader erbij, Menck.
Je gelijkt op hem hoor!
LikeLike
Er zijn er nog die dat gezegd hebben. Zelf zie ik dat eigenlijk niet zo.
LikeGeliked door 1 persoon
geweldig geschreven!
LikeLike
Thank you, my dear.
LikeLike
Mooi stukje.
LikeLike
Merci!
LikeGeliked door 1 persoon
Menck, je bent er weer! Ik heb je gemist!
Wat kun je een dierbaren missen, hè? Je hebt het mooi geschreven.
Ik had verdacht dat de kauwtjes net zoals spreeuwen in grote groepen zouten vliegen maar dit ziet er minder “samenklonterig” uit, als je begrijpt wat ik bedoel
Warme groet
LikeLike
Spreeuwen vliegen in zeer dichte drommen, welhaast een vogelkluwen. Kraaien/kauwen houden hun groepsvluchten een heel stuk luchtiger.
En ja, ik ben er weer, zij het vooralsnog op zeer onregelmatige basis.
LikeLike
O, wat een mooi blogje, dit! En die foto van je vader is ontroerend…
LikeLike
Dank je wel. Om van mijn vader een deftig kiekje te maken, is hoegenaamd geen sinecure; poseren is niet aan hem besteed.
LikeLike
Inderdaad mooi. De eenzaamheid van de volwassene. Het doet me even nadenken.
LikeLike
Hoe ouder je wordt, hoe meer dierbaren er wegvallen. Voor ik het goed en wel zal beseffen, rest me binnen onafzienbare tijd quasi niemand meer die er echt toe doet. Tenzij ik morgen al doodval, iets wat ik allerminst ambieer. 😉
LikeLike
Een prachtige zomeravond, een huiselijk tafereel, uit het leven gegrepen en ontroerend mooi.
LikeLike
Prachtig geschreven. Koester elk moment en elke herinnering. Je weet niet hoe rijk je bent!
LikeLike