AN vs Dialect: battle of the boertjes

“Wil je mij eens een fersjette geven?” vroeg ik aan mijn petekind, een blonde spring-in-‘t-veld van bijna twaalf. Een fersjette, beste lezer, is de West-Vlaamse term voor vork; u hoort er duidelijk het Franse fourchette in.
“Een wát?” proestte ze.
“Een vork, mijn kind.”
Zucht.

Mijn petekind is, samen met haar zus, opgevoed in het Algemeen Nederlands. Hun ouders, zijnde mijn schoonbroer en -zus, wilden dat expliciet zo, hoewel ze zelf, ook thuis én in de nabijheid van de kinderen, gewoon dialect met elkaar praten. Is het dan werkelijk zo dat hun kinderen nooit iets opvangen van de dialectdialogen tussen beiden? In het twaalfjarige bestaan van mijn petekind moet al minstens duizend keer het woord fersjette zijn gevallen. Maar ze kent die term niet. Ze kent alleen een vork.
“Zeg, Céleste…”
“Ja, nonkel Menck?”
“Met hoeveel zitten jullie in de klas?”
“Met drieëntwintig.”
“En hoeveel van je klasgenoten praten dialect met elkaar? Thuis of op de speelplaats?”
“Eh, ik denk twee.”
Echt, ik snap zulks niet. Ze gaan naar school in hartje Brugge, uitgerekend de hoofdstad van West-Vlaanderen én het West-Vlaams. Op de schoolfeestjes, waarvan madam Menck en ik er onlangs nog eentje bijwoonden, praten alle ouders gewoon West-Vlaams onder elkaar. Maar van zodra hun kroost de conversatie komt vervoegen, wordt er, als ware het een automatisme, prompt naar het AN overgeschakeld.
Wúk? Wat is er verkeerd met het dialect misschien? En hoe komt het dat het plots zo massaal wordt verbannen?

Een niet-provinciegenoot die niet weet dat ik een westfluut ben, zal nooit ofte nimmer dialectische invloeden horen als ik AN met hem praat. Ervaring heeft me dat al meermaals geleerd. Mijn AN blijkt uiterst keurig te zijn. Ik struikel zelfs niet over de h en de g, kun je nagaan. Als ik vervolgens verkondig dat ik aan de kust woon, en zelfs in Brugge geboren en getogen ben, kijken ze me verwonderd aan. “Och, écht?”
Ja, echt.
Net zo echt als dat ik opgevoed ben in het dialect. Thuis zowel als op school praatte ik, net zoals iedereen rondom mij, plat Brugs. Het AN was bestemd voor de klas. Want anders dan u misschien zou bevroeden, werd het ons wel perfect aangeleerd. Verder deed je er maar mee wat je wilde.
Nu, ik doe er dan ook effectief mee wat ik wil. Met mijn buren, mijn bakker, mijn dokter, ja zelfs met mijn advocaat en notaris praat ik dialect. Daar kijkt niemand van op. Het is streekeigen.
Alleen… met de kinderen van mijn buren schakel ik maar beter over op het AN als ik enigszins correct begrepen wil worden. En binnen onafzienbare tijd ongetwijfeld ook met hún kinderen.

AN wend ik, met andere woorden, aan als mensen mij mogelijks niet zouden begrijpen. Mensen uit Antwerpen of Vlaams-Brabant, bijvoorbeeld. Het Standaardnederlands bezig ik eveneens in formele gesprekken. Of als ik ga shoppen in Nederland, haha.
But that’s it.
Want het is toch hooglijk zonde om je prachtige, melodieuze en eeuwenoude streekeigen spreektaal ineens te gaan verloochenen? Onlangs las ik dat een grondige studie heeft uitgewezen dat er binnen honderd jaar niemand in Vlaanderen en Nederland nog dialect zal spreken. We schakelen in Vlaanderen langzaamaan over naar een tussentaal, een soortement Nederlands dat voor elkeen verstaanbaar is. Het ‘Vlaamse soap’-Nederlands, zeg maar, wegens verre van perfect. Of hoe dacht je dat mijn schoonbroer en -zus heden met hun kinderen converseren? Juist ja: “Wil je hele bloemen voor je verjaardag of toch maar liever hroene? Er is een geel schoon bloemenwinkeltje in Bruhhe.”
Nederlands noemen ze dat dan.

Kent en spreekt u, o mijn geliefde West-Vlaamse lezers, nog ons dialect zoals uw grootouders het spreken/spraken? Toets dat vooral eens aan onderstaande woordenlijst. Hij bevat de 250 mooiste en meest bedreigde West-Vlaamse woorden.
Voor de niet-West-Vlamingen: Kent en spreekt ú, o mijn geliefde niet-West-Vlaamse lezers, nog uw dialect zoals uw grootouders het spreken/spraken? Enne… de onderstaande woordenlijst is meteen een fijne test voor u: hoeveel begrijpt u van ons zogenoemde Chinees? Want met ‘Bevergem’ en straks ook ‘Eigen Kweek’ op tv, staat uze weireldtoale weer stevig op het voorplan.
Ja, zelfs de Antwerpenaren mogen zich voor één keer gerust op de parking wagen.

Eén reactie

  1. Thomas Pannenkoek

    West-Vlams is wèrelderfhoed ! Wiender en onze kienders upgekwikt in ’t schoan Vlams. Amme ze ton no de grot-oedders deen wierden ze in ’t Bruhs angesprookn, ook de dahmoedre sprak Bruhs en up ’t schoole wast heeltehans koekebak, ol Bruhs.
    We zien der preus up dat onze kienders twi-toalig zien upgekwikt – ze kunnen nu overolst in de wèreld goan, iedereèn zal ze verstoan!

    Like

  2. Heidi

    Hier is ’t een mix van dialecten: man West-Vlaams, ikzelf eerder Antwerpse klanken en de zonen brengen nu de Gentse invloeden mee. Man heeft nooit “proper” gesproken tegen mij, en ik heb nog nooit problemen gehad om hem te verstaan. Als we bij de schoonfamilie op bezoek zijn kuisen ze wel allemaal hun taal op voor mij, en krijg je van die “ik kout skoon” toestanden. ’t Geschreven West-Vlaams à la meneer Pannenkoek en Tiny vind ik héérlijk.

    Geliked door 1 persoon

  3. hoow@huis met tuin

    Ik ben het 100% met je eens !!
    ik erger me ook geregeld aan de manier waarop ouders tegenwoordig tegen hun kroost brabbelen. Doe toch normaal mensen.
    Ik ben zelf ook opgevoed int puur West-vlams, maar kreeg toen ik studeerde in Gent tussen anders provincialen ook soms de vraag van waar ik nu afkomstig was.
    Perfect twee talig noemen ze dat !!

    Like

  4. cin

    Al meer dan 25 jaar weg van de zëe ( oostkust) met een Limburgse man en ketjes van zonen. Behalve een paar levensbelangrijke uitdrukkingen zoals “nie trunten” , spreken mijn zonen geen woord West Vlaams, maar hebben ze ook geen accent, noch Brabants, noch Limburgs. Als ik dan eens in contact kom met mijn jongere neefjes en nichtjes slaat de verwarring toe : hun accent is voor mijn brein het sein dat het moet overschakelen naar Westvlaams, maar hun woordenschat staat daar haaks op, meer nog ze staren me aan of ik een fossiel ben en begrijpen me amper. Zeer verwarrend !

    Like

  5. Nicki

    Ben in de Antwerpse Kempen opgegroeid, mijn kinderen in Limburg… soms verstaan wij elkaar niet…(Kinderen vragen om een vest, ik zeg dat ze al een trui aanhebben maar ze bedoelen geen vest maar een vis….). Babylonische toestanden.
    Overigens zijn een aantal van de woorden in uw dialect lijstje evenzeer Antwerps dialect, zij het soms zonder de eind-e.

    Like

    • Menck

      Klopt, veel woorden komen in verschillende dialecten min of meer gelijk voor.
      Een vest is bij ons overigens een jas. Geen trui dus, en al zeker geen vis. 😀

      Like

  6. Eilish

    Ik zeun un grenzgeval qua toalle. Oost-Vloams moa veel invloed van ’t West-Vloams.
    Ken meun kinders wook in ’t schoon Vloams gekweekt. Toe onzend in Madegem (geen schrijffout, we spreken de L niet uit) en ze ton gelachn mee mij, moar ‘k trokke ’t mij nie an.
    Ok kik in ’t kakscholeke toekwoame ton vonne kik da roar da zister Marie-tres un sproakgebrek oat. Ik verstonne ze wel moa dedie klaptege nie geleek kikke. ’t Ergste woas da wilder oak geleek eur moestn klapn. Da willdege kik meun kinders nie andoen. Nei klapn meun kinders gjeen Madegems en gjeen Irsels, moa ze keunt eutlegn geleek avekoatn.

    Geliked door 1 persoon

    • Menck

      Toen ik naar de kleuter- en (de eerste jaren van) de lagere school ging, sprak ik net als jij. Ik werd voornamelijk grootgebracht door mijn grootouders die, net als mijn moeder, Maldegems spraken. (Ze waren uit Kleit afkomstig.)
      Gelukkig is alles nog goed gekomen met mij. 😉

      Like

  7. slager

    Je kan het jammer vinden of niet, maar het is een evolutie die volgens mij onomkeerbaar is. We krijgen wel iets in de plaats, het sms-taaltje. Daarbij, als ons overgrootouders in hun platste dialect spreken, dan zouden wij nu veel woorden niet begrijpen. Sla er maar Stijn Streuvels op na, de woorden die hij recupereerde uit het dialect zijn nu niet meer courant.
    Wat niet in je opsomming voorkomt is wel deze bijzonderheid: de vervoeging van ja, nee, jawel,, …of in de eerste pv mv: jaow, nimm, jaowedoen,…Heiden (niet West-Vlamingen) hebben de allergrootste moeite om hierin inzage te krijgen.

    Like

  8. Hersenspinselkrabbels

    Ewel kmoe zegn dak der nog vele van ken en verstoan. Sommigste woordn vervormn widder wel, lik betikketakt en bekukkeln. Mo vo nu te zegn dawe bin onderd joar gin West vlams mi gon klapn, da geloofke toch nie wi! Widder klapn ook teegn de joenge kiendjes an mo aze eki oeder zin schoakeln we vanzeneigens over noar oes dialect. Anders is da lik zo bekakt. Kpeisn ik zelfs da bluvn an klapn Aj West vlams zit, da ‘reedns’ gift vo gepest te zin! Alli, ti toch woar enni.

    Like

  9. Kakel

    In Friesland is er jaren gestechel geweest dat kinderen op school alleen het A(B)N leerden en niet het Fries. “Het volk” heeft de poot stijf gehouden en uiteindelijk mocht er ook les gegeven worden in de Friese taal. Ik snap niet waarom je dat zou willen verloochenen. Vreemd dat de ouders hun kinderen niet tweetalig opvoeden. Dan ben je toch van het probleem af?
    In Nederland is een hetze tegen het “verengelsen” van de taal. We kunnen lang en diep zuchten, maar niemand die de opmars kan stuiten. Slikken dus..

    Like

  10. tinyblogt

    Spijtig dat er op dat lijstje geen “toeter” of “toekter” staat. Zelfs in Kortrijk snappen ze dat nog altijd niet, en als ik zeg dat ik mijn kast ga schommelen, kijken ze ook wreed raar.
    Ik heb mijn zoon redelijk gekuist Brugsch geleerd, zo blijkt nu, hij spreekt een mengelmoes. Ik herinner mij dat ik hem ooit ’s avonds eens vroeg of hij zijn stuutjes had opgegeten en hij keek mij aan met een niet-begrijpende blik… Oeps.

    Like

  11. Billy

    Ik vinne’t schandoalig dan mens’n ulder dialect azue verlooch’nen! In ’t schole lieren ze wel AN, thuis moen ze noar mijn gedacht toch ulder dialect lieren.
    De mieste woord’n kenne’k natuurluk, al est dan ze bij ons dikwuls een tikkelk’anders werden uitgesprok’n. Zelfs rasechte West-Vloaming’n verstoan oes soms nie, moar da moe nie hé… 😉

    Like

  12. woelmuizenier

    Vandaag in mijn mailbox:

    Vier pastoors zitten samen een pint te drinken.
    Een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor.
    Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt.
     Zegt de Ket: Wij hebben iets gevonden : In Jette doen wij de Mis af en toe in het Brussels dialect,en dan zit de kerk bomvol.
     Zegt de West-Vlaming: da doen widder olle doage, mo ’t aalpt nie.
     Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenke, waant daan duurt de miiis veeeeeel te laaang.
     Tenslotte den Antwerpeneir: spaaiteg da waai gien dialect emme.

    Like

  13. sheila

    Wat een leuke log! Ik spreek AN en beheers geen dialect. Ik snap dan ook niet echt wat hier allemaal tussen de reacties staat 🙂 Ik ben geboren in Arnhem en mijn ouders komen uit Indonesië. Ondanks dat zij mij nooit konden ondersteunen met mijn taal huiswerk, leerde ik goed AN. Nederlands is altijd één van mijn favoriete vakken geweest en ik vind het dan ook erg belangrijk dat je je moedertaal uitstekend beheerst. Aan dat laatste stoor ik me steeds meer. Mensen die geen verschil meer weten tussen ‘jouw’ en ‘jou’ of ‘hun’ en ‘hen’ of de ‘dt’ of t’. Dus welke taal je ook spreekt, beheers het :).

    Daarbij is het natuurlijk de keuze aan de ouders of je een dialect meegeeft aan je kinderen. Of een tweede taal. Dat het woord fersjette niet wordt begrepen, als het zo vaak gebruikt wordt, vind ik vreemd. Want ik herken het van Indonesische woorden. Alle woorden die vaak gebruikt werden/worden, ken ik echt wel. Je wordt er mee opgevoed. Zelfs als woorden terloops worden gebruikt.

    Mijn zoon probeer ik tweetalig op te voeden. Geen dialect, maar AN en Engels. Want taal is gewoon iets moois. Hoe meer je er kan spreken, hoe leuker 🙂

    Like

  14. Affodil

    Ik gebruik het AN ook alleen maar als het niet anders kan. Het is al een hele vooruitgang dat die B(eschaafd) er tussenuit is. Die stond daar niet op haar plaats.
    Het verdwijnen van het dialect zal uiteindelijk leiden tot het verdwijnen van het Vlaams/Nederlands. Want een taal leeft vanuit haar dialecten. Ontelbare “schilderachtige” uitdrukkingen zijn zo al in de vergeethoek geraakt.
    Ik heb 40 jaar in Antwerpen gewerkt tussen “ingeweken” West- en Oost-Vlamingen, Limburgers en (in veel mindere mate) Brabanders. Het meeste plezier hebben we gehad toen ik nog op de technische dienst werkte en daar soms in gesprekken tussen al die dialecten ook nog tolk moest spelen. Vooral gezegden en spreuken werden op verglaasde oogjes onthaald (door de Antwerpenaars).
    Uiteraard was Oost-Vlaams (m.n. het Gents en de Wase dialecten) voor de Antwerpenaars niet te volgen. We deden het er dan ook om. Ik herinner me een collega die op de klassieker “gaa zaa van euver ‘tweuter” gladjes antwoordde: “joa, bi ongs kunne ze de pisdoeken tenminste nog droègen op den blièk. Gulle moet ze nat in de kas zwieren”. Hilariteit bij de niet-Antwerpenaars. De rest kon er niet mee lachen.
    AN was daar de voertaal van de “upper class”. En die keken onverholen neer op de dialectsprekers. Maar dat deden ze toch al altijd, want dat soort mensen kijkt op iedereen neer. Zo gaat dat aan een universiteit. En toen één van mijn “geleerde” collega’s eens opmerkte (in een soort AN waar je tussen hààr Verantwerpste klanken naar iets verstaanbaars moest zoeken) dat ik toch wel erg plat spreek (het Waaslands klinkt nu eenmaal anders want het komt van den aandere kaant van twoater) heb ik geantwoord dat ze eindelijk eens werk moest maken van een cultuurtaal bij te leren. Einde discussie. 😉

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.