Coup de grace

Het plotse gekletter van het kattenluik verstoort bruusk het monotone, slaapwekkende gezoem van mijn desktop. Ik verwacht klaaglijk gemiauw, maar er volgt slechts stilte. Halftien. Ik schud een saf uit een kreukelig pakje en steek ze op. Na twee trekken leg ik ze op de rand van de asbak alwaar ze tot een grauwgrijze cilinder zal transformeren.
Opnieuw laat ik het vredige silentium op me inwerken. Een huis zonder geluiden: daar kan ik me bijwijlen echt in wentelen. Mijn madam is op cursus waardoor de tv werkloos is. En als ik alleen thuis ben, blijft de kijkdoos uit. Stilte is een zegen voor hij wiens oren niet zelden overgevoelig zijn aan geluid. Een kabbelend beekje klinkt dan als een wilde rivier. Op zulke momenten zou ik zelfs een blaadje toiletpapier kunnen horen vallen. Enfin, bijna toch.
Een gin-tonic zou dit perfecte plaatje naar een nog hoger niveau tillen, bedenk ik ineens. Me, myself and a gin-tonic in een geluidloos bureel dat slechts wordt verlicht door de zachte gloed van een bureaulamp en een monitor. Een situatie om gedachten bij te ordenen, mijn hoofd leeg te maken en vervolgens te gaan breinsurfen op onbereikbare fantasieën. Daarna sluipenderwijs loom worden en uiteindelijk de sponde knuffelen. Oh what a night.
Maar kijk, gin-tonic is geen optie als ik facturatiewerk verricht. Toeme, moet ik hier nou zes of eenentwintig procent BTW op heffen? Na drie glazen zou ik geheid het gemiddelde ervan toepassen. Werktuiglijk glijdt mijn hand naar de sigaret in de asbak. Ik til alleen de filter op. Op het moment dat ik een nieuw strootje uit het pakje wil halen, hoor ik iets schuiven in de hall bezijden mijn bureel. Althans, zo klinkt het: als schuiven. Alsof iemand een lege schoendoos een heel klein zetje heeft gegeven. Ik spits mijn oren maar hoor nu niks meer. Ik vermoed dat er een exemplaar van ons kattenkwartet is binnengekomen en zich genoeglijk heeft uitgerekt op het tapijt. Doen die beesten wel vaker. Ik besteed er geen aandacht meer aan tot ik het opnieuw hoor. Dit is geen schuiven, merk ik nu. Het is een zwak slepend geluid. Ik fantaseer er een dief op sokken bij en moet glimlachen. Dat is: tot er plots een klaaglijk gepiep de hall vult. Verdomme, die rotzakken hebben weer een muis binnengebracht! Om een bloederige smurrie op het tapijt te voorkomen, veer ik roepend recht… en blijf als verlamd staan. Vanuit de deuropening blikt een konijntje me aan met wijdgeopende ogen waarin ware doodsangst te lezen staat. Het tracht zijn trillende lijf op te richten maar slaagt daar geenszins in. Ik wil me bukken om het diertje op te tillen, maar dan zie ik ineens waarom het zo mak rond de deurpost blijft geplooid liggen: het is verlamd aan de achterpoten. Het sleepmysterie is ontrafeld, maar dit had ik toch liever niet aanschouwd. Eén mijner poezenbeesten – ik vermoed opperjager Waldo – heeft het arme dier de ruggengraat gebroken. Een welgemikte stevige beet, gevolgd door een fatale krak. Dat deze situatie onherstelbaar is, is meteen duidelijk als ik zie hoe het rillende beest zich verder mijn bureel in sleept wijl het me ononderbroken blijft aankijken. Zijn glazige ogen roepen om hulp. En hulp in dit geval kan slechts komen van een welgemikte genadeslag. Fuck. Dit komt normaliter niet voor op mijn ‘to do’-lijstje des levens.
Weer wat getrek met het onwillige lijfje, weer een zielige blik die zich dwars door mijn netvlies heen boort en een extra amechtig piepje doen me naar de garage stappen. Daar staat de spade. Ik beloof het hummeltje woordeloos om het snel en zonder lijden richting konijnenhemel te sturen. Bright Eyes spookt door mijn hoofd als ik de spade vastpak en tegelijk alle katten vervloek.
Rotbeesten.
Rotsituatie.
En wat een rotavond ineens.

Als ik madam Menck anderhalf uur later vertel wat ik heb meegemaakt, wil ze de foto die ik inderhaast nam niet zien. Ik kan haar geen ongelijk geven.

[ Foto: Menck | aanklikbaar voor groter ]

Eén reactie

  1. Affodil

    Je haalt diep verdrongen herinneringen boven, Menck. Vóór we aan de honden waren, hadden we een spierwitte poes. We hadden die heel origineel “Witteke” gedoopt. 🙄
    Op een keer -zo gaat dat in een kattenleven- had ze een nestje met 4 jonkies geproduceerd. Maar moeder de kat zag zo’n kroost niet zitten en mikte keer op keer de 2 laatst geborenen over de rand van haar poezenmand. Ik kon die blijven terugzetten, nog vóór ik mijn rug gerecht had gingen ze weer overboord. In de veronderstelling dat Witteke wel een goede reden had om zo te handelen heb ik dan die twee uit hun lijden verlost, want met het flesje grootbrengen zat er niet in wegens full time uit werken. Bij het lezen van je stukje voelde ik weer die warme lijfjes natrillen toen ik ze buiten in een putje legde. Brrr…

    Like

      • Affodil

        Als ik niet uit werken had gemoeten, waren er waarschijnlijk 4 kittens grootgebracht. Ik zeg “waarschijnlijk” want ik zou ze – ook – ’s nachts – flesjes gegeven hebben, niet wetende wat Witteke misschien wist: dat er wat mis was met die 2 kleintjes. Maar nu zat het er gewoon niet in. Maar het blijft hangen, ook na pakweg 30 jaar. Er schijnt in elk mens een moordenaar te zitten, maar ik geloof dat ik toch een kluns zou zijn…

        Like

    • Menck

      Muizen worden te onzent doorgaans dood op het tapijt besteld. Cadeautje voor het baasje, zeg maar. En als er al eens eentje levend wordt binnengebracht, wordt hier De Grote Redding op het getouw gezet.

      Like

  2. Zem

    Was er maar een zachtere, maar even effectieve methode om zo’n dier uit z’n lijden te verlossen. Jouw methode is zeer effectief, maar ik moet er niet aan denken; in noodsituaties is mijn man wel bereid op te treden.
    Zelfs met insecten heb ik moeite: slechts de mug durf ik aan…
    Mooi opgeschreven weer, Menck!

    Like

    • Menck

      Dankjewel, Zem.
      En de methode die ik noodgedwongen toepaste, was een ingeving van het moment. Zelfs achteraf bekeken kan ik me niet bepaald een zachtere en even effectieve werkwijze voor de geest halen, helaas.

      Like

  3. madame boerenerf

    Wat een opbouw van je verhaal. Had ik niet zien aankomen. Ik ben er niet goed van en ik ben blij dat onze katten alleen muizen vangen en ze niet meer binnen brengen.
    Maar je kon natuurlijk niet anders dan het beestje uit zijn lijden verlossen.

    Like

    • Menck

      Dat onze katten hun prooien binnenbrengen, is mijn schuld. Ik monteerde een kattenluikje voor ons harige kwartet om ze niet constant te hoeven binnen- en buitenlaten. Het ding is achteraf een vloek en een zegen tegelijk gebleken.

      Like

  4. hoow@huis met tuin

    Brrr vreselijk.
    Maar het is het enige wat je kan en MOET doen.
    Hopelijk kom ik nooit in die situatie.

    Paar weken geleden een verse dode muis in de living niet gezien en er vol op gestapt. Ik zweer het je, ik voelde mezelf wit trekken en zag het voor mn ogen zwart komen. Eens een watje, altijd een watje.

    Like

  5. hildeken01

    Ik heb ooit een eekhoorntje, wat ik aangereden had, nóg eens overreden om het uit zijn lijden te verlossen_ dat vergeet nooit! Zelfs niet als alzheimer toeslaat in zware mate!!

    Like

  6. de biodiverse tuinier

    Ja, zo een toppredator in huis zorgt voor vervelende situaties. Ook hier moet er al eens een diertje – meestal muis of vogel – uit het lijden verlost worden. Gelukkig zelden, want leuk is anders. Ik ben altijd blij – nou ja – als het slachtoffer al dood blijkt te zijn. Soms zijn ze nog springlevend en dan proberen we die prooi te ontfutselen.

    Like

  7. De Fruitberg

    Ik stoor me hier ook vreselijk aan de kat (ze heeft een jonge pimpelmees en een jonge merel op haar slachtofferlijst dit jaar, en tientallen vlinders. Ik vermoed dat het de eerste en ook de laatste kat gaat zijn

    Like

    • Menck

      Da’s drastisch. Maar ik begrijp je wel, ook al vergaat het de prooien van wilde katten evenzo. En een gedomesticeerde kat wijkt daar maar weinig vanaf. Wildlife in het klein, als het ware.

      Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.