Hoger, lager

“Ik denk dat 300.000 euro een vrij realistisch cijfer is.”
Mijn vader leunde voorover en nam zijn glas prosecco ter hand zonder er evenwel van te nippen.
“Vergeet het. Die prijs kun je afficheren maar volgens mij onmogelijk bedingen,” repliceerde ik. “Daarvoor is dit huis te oud.”
Het gesprek ging over de ouderlijke woning en hoeveel ze ons – mijn broer, zus en ik – zou kunnen opbrengen nadat ook pa het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld. Weinig taboes te onzent; het is een onderwerp waar we vrank en vrij over kunnen praten.
“Er zijn wel meer woningen van halfweg de jaren 1960 die voor die prijs over de toonbank zijn gegaan,” bracht mijn vader hier tegenin. “Ook in deze gemeente, ja.”
“Maar wellicht niet met de nog originele inrichting uit die tijd, pa,” mengde madam Menck zich in het gesprek. “De keuken mag dan wel charmant zijn, hij is tevens uitermate primitief. En de badkamer is een lachertje naar hedendaagse normen.”
“Er is hier sinds 1964 eigenlijk nog niks veranderd,” vulde ik haar aan. “Dat drukt stevig de prijs,” richtte ik me daarna tot mijn vader.
“Ken je de woning van Zelie van ‘t eierkot?” vroeg mijn vader me. “Die is verkocht voor 310.000 euro,” ging hij verder zonder mijn antwoord af te wachten.
“Ja, die woning ken ik. Maar ben je er ook al eens binnengestapt? Vijf jaar geleden is ongeveer het ganse interieur vernieuwd en gemoderniseerd. En jij wil zoiets gaan vergelijken met dit huis?” Ik schudde mijn hoofd. Mijn vader zuchtte. Madam Menck schonk zich nog een tonic in. Daarna viel er een stilte.
“300.000 is mooi deelbaar door drie,” doorbrak mijn vader weifelend het ingetogen moment.
“270.000 ook,” gaf ik hem prompt mee.
Hij schudde ietwat meewarig zijn hoofd. “Dit is een alleenstaande, eh, villa die quasi volledig onderkelderd is. Onderschat dat laatste niet, Menck. Bovendien is de tuin aangelegd, werd er recentelijk een zuinige mazoutbrander geïnstalleerd, is er een garage aanwezig en zijn er drie slaapkamers.”
“We zijn nog zover niet, pa,” kwam mijn madam diplomatisch tussenbeide. “Jij wordt beslist honderd. Tegen dan swingen de woningprijzen ongetwijfeld de pan uit.”
Ik lachte.
Hij lachte.
We toostten op het lang leven.

Deze week werd de ouderlijke woning geschat. Dat gebeurde in het kader van de wettelijke notariële aangifte van nalatenschap ten gevolge van het overlijden van mijn moeder. De realiteit stond zwart op wit op een A4-tje geprint: 210.000 euro.

Het is ook deelbaar door drie, zeg maar.

[ Foto: Google Streetview | aanklikbaar voor groter ]

Eén reactie

  1. De Fruitberg

    Je ziet dat wel vaker, deze dagen. Mensen die de waarde van hun woning véél te hoog inschatten omdat ze appelen met peren vergelijken. Het hogere prijssegment doet het zowiezo zeer slecht nu. Er staan hier nog altijd enkele woningen te koop die ook al te koop stonden toen wij onze nieuwste woning kochten (> 3 jaar geleden).

    Like

    • Menck

      Woningen die tegen een (soms veel) te hoge prijs te koop worden aangeboden, blijven veelal lang onverkocht staan. Als ze dan uiteindelijk toch verkocht raken, vraag ik me altijd af hoeveel de werkelijke (lees: veel lagere) verkoopprijs is geworden.

      Like

  2. brubeck

    Ik zit in een vergelijkbare situatie met ouders die gaan verhuizen en waarvan hun woonst moet verkocht worden. Hun huis ligt in de hogere prijsklasse en met verschillende makelaars geconsulteerd is er een groot bereik op de door hun geschatte vraagprijzen. Alleen, je moet maar één echte koper hebben, en bovendien zakken kan je altijd als verkoper, stijgen niet.

    Like

    • Menck

      Op die ene koper is het soms wel heel lang wachten. Blijven volharden in de boosheid is echter niet altijd voor iedereen mogelijk. Maar ik geef u wel gelijk wat betreft de aanvankelijk hogere vraagprijs: meer vragen om uiteindelijk de correcte prijs te krijgen, is ook de werkwijze waar ik achter sta.

      Like

      • brubeck

        je hebt gelijk dat je niet altijd in de situatie zit om te kunnen wachten. En je moet uiteindelijk altijd wat geluk hebben, niet het onderste uit de kan willen maar ook niet te snel willen toegeven.:-)

        Like

  3. onderdeappelboom

    Wat hebben mensen van die generatie toch met ‘volledig onderkelderd’ 🙂 Hoor het mijn schoonouders ook altijd zeggen als grootste troef van hun huis 🙂 En ach ja, de waarde van het huis; mijn ouders durven daar ook al eens bezorgd over doen, alsof het ‘niet hoog genoeg zal zijn’ voor ons, de kinderen. Dan zeg ik altijd: we verdienen allemaal meer dan genoeg, en ook zonder erfenis kopen we quasi alles wat we willen, dus wat zou het uitmaken als het huis zelfs niets waard was? Maar voor ouders is dat moeilijker hé, die hebben er zo lang voor gewerkt en gespaard, zij zouden nu graag de vruchten van al die arbeid zien in de vorm van een hoog prijskaartje.

    Like

    • Menck

      Nou, méér dan genoeg verdien ik alvast niet. Echter: inhalig ben ik evenmin.
      En die grote kelder? Mijn vader beschouwt die als ‘welkome extra berg- of zelfs leefruimte’. We don’t always think alike, mijn ouwe en ik. 😉

      Like

  4. Eilish

    De prijs van een huis wordt door zoveel factoren bepaald. Mocht ik mijn huis kunnen verplaatsen van mijn boerendorp naar een gemiddeld grote gemeente waar wel onderwijs, sportaccomodatie, cultuur, winkels… aanwezig is/zijn, er zou direct een ‘schel’ meer bij de prijs gaan. Mijn ervaring met schatten voor een nalatenschap is dat die niet te laag mag zijn, ik heb nl nog een extra betaling (met boete) op een bedrag van 50000€ aan successie moeten doen omdat ik mijn woning maar voor 250000 wou inbrengen (koppig, niet willen luisteren naar de notaris die 300000 vooropstelde)

    Like

    • Menck

      Klopt: best niet te laag schatten om achteraf een boete te vermijden. Kortom: de ouderlijke woning zou zelfs nog wat minder waard kunnen zijn. Beetje een domper, wel.
      Mijn vader woont in een middelgrote gemeente (Zedelgem), op een boogscheut van Brugge, met goed openbaar vervoer (treinstation, bus) en waar schier alle accomodaties, winkels, etc. voorhanden zijn. Er is een groot sport- en cultuurcentrum en veel werkgelegenheid (o.a. Case New Holland). Maar kijk: zelfs dat pakt niet meer.

      Like

  5. Liese

    Wij kochten ongeveer zo’n huis als dat van je vader, niet volledig onderkelderd maar wshlk qua inrichting hetzelfde als ik het zo zie. Ze vroegen ook 210000 euro…we betaalden…laat ons zeggen heel veel minder 🙂

    Like

      • Liese

        Ja, maar kwam er ook nog eens bij dat de familie die het verkocht in niets overeenkwam en het volledige bedrag bijna integraal ging naar de advocaten die ze onder de arm namen om het huis te verdelen 😀

        Like

    • Menck

      Binnen onze familie zijn er weinig tot geen taboes wat gespreksonderwerpen betreft.
      Geen goede band met je moeder? Of is ze oostindisch doof voor wat zulk een onderwerp betreft?

      Like

  6. hermano

    het is toch mooi hoe de vader zoveel mogelijk voor zijn kinderen uit dat huis wil ” halen ”
    een keuken kost 25.000 en een badkamer 15.000 , samen 40.000 dus de waarde van het huis zal +/- 300.000 – 40.000 = 260.000 zijn
    en dat de notaris het zo laag mogelijk schat is ook begrijpelijk
    met 3 kinderen zit je elk boven de 3% grens van 50.000 en zit je in de 9% schijf : elke 1000 eur te veel aangegeven kost je elks 90 eur successierechten
    alhoewel dat nu nog niet speelt , de partner is vrijgesteld van successierechten op de gezinswoning
    laat vader maar een beetje dromen van zijn “dure” huis en genieten van zijn onderkeldering

    Like

    • Menck

      Dat klopt: de overlevende echtgeno(o)t(e) betaalt geen successierechten op zijn/haar netto-erfdeel in de gezinswoning. Voor de rest onderschrijf ik uw redenering, al is de waarde van de woning uiteraard geen garantie voor de uiteindelijke verkoopprijs.

      Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.