Oud en afgedankt

.

‘Da’s werkelijk het allerlaatste waar ik naartoe ga!’ Mijn vaders eeuwige credo. En hoewel zijn woorden nog steeds een selffulfilling prophecy zijn, is een woonzorgcentrum voor tal van ouderlingen, op het graf na, effectief de finale rustplaats.


Ettelijke jaren geleden las ik in het weekblad Humo een artikel dat me immer is bijgebleven. Het was een grondige dissectie van de Belgische rusthuizen en hun bewoners met als titel ‘Oud Vuil’. Die breedsprakige bijdrage greep toentertijd naar vele kelen, ontlokte nationale verontwaardiging tot zelfs woede en werd alras een prominent werkpunt op de politieke agenda.
Heden zijn rusthuizen verworden tot affabeler klinkende woonzorgcentra. Of zulks oude wijn in nieuwe zakken is, weet ik niet, maar mijn allereerste bezoek ooit aan zo’n oord der grijsaards, eerder deze maand, zindert alleszins nog na.

Ik bezocht er, samen met Katrien, mijn – letterlijk en figuurlijk – oudste (thans ex-)klant. Vijfennegentig is ze ondertussen. Vorige zomer liet ze haar geliefde woning met tuin op Immoweb plaatsen en verkaste daarop naar een recent opgetrokken rustoord vlakbij.
Mentaal is ze zo fris als een hoentje, lichamelijk staat ze met beide benen helaas onherroepelijk in de kreupelstraat. Dientengevolge wordt ze gecatalogiseerd als hulpbehoevend, een wrang gegeven dat bij haar op vandaag nog altoos op rebels ongeloof stuit.
In de twee decennia dat ik voor haar heb gewerkt, hebben we een band opgebouwd die apodictisch als familiair mag worden omschreven. Aangezien ze nooit nageslacht op de wereld heeft gezet en ze haar naaste familie en vrienden schier allemaal heeft overleefd, stelde ze mijn wekelijkse werkbezoeken erg op prijs. Vooral de hartelijke babbels na gedane arbeid fleurden haar steevast weer op.

Toen ik haar die namiddag trof in de stemmige cafetaria van het WZC plooide zich instant een glimlach om haar lippen wijl haar salutatie daarentegen allerminst van vreugd was vervuld: ‘Wat zit ik hier eigenlijk nog te doen, Menck? Wat voor zin heeft dit alles nog?’ Waarna ze ons een vluchtige kus gaf ergens boven de rechterschouder.
Mijn vraag of er goed voor haar werd gezorgd, ontweek ze door te stellen dat het eten te pruimen was en de vrijwillige medewerkers achter de bar vriendelijk en innemend.
‘Ga je mee naar mijn huis? Ik trakteer. Is fruitsap oké? Dat dronk je toch altijd zo graag, niet?’
Haar huis bleek haar leefkamer. Die was ontgoochelend klein, minimaal bemeubeld – een eenpersoonsbed, een mosgroene simililederen relaxzetel, een franjeloos ziekenhuiskastje, een formicatafel en dito stoel, een drietal oubollige schilderijtjes tegen de muur, opgehangen aan een centrale plafondrail middels nylondraadjes en het obligate tv-toestel. Geen enkel plantje dat de mistroostigheid van deze zielloze wooncel enigermate had kunnen doorbreken noch de haar zo kenmerkende biscuit “postuurkes” die ze ooit vol trots etaleerde in schier elke ruimte van haar thans te koop staande sixtieswoning.
Of ze goed sliep, informeerde ik. Als een blok, verzekerde ze me. En dat ze veel en lang sliep nu het winter was. ‘Maar als het mooi weer is, vind je me geheid buiten. Er is hier een fraaie tuin en een zalig terras. Maar om vijf uur moeten we al naar binnen om te eten.’
Haar hand bibberde toen ze ons een ijsthee uitschonk – het brik fruitsap bleek leeg – doch ze morste geen druppel.
‘Schol. Op mijn lot, zeg maar. En dat ligt nu hier, geloof ik.’
We toostten.
‘Op het leven, Simonne.’
‘Ach, het leven is hier leefbaar, ook al word ik nu toch vooral geleefd. Het lot van een ouwe sukkel gelijk ik, zeker?’
‘Ik heb je altijd al bewonderd om je grenzeloze optimisme, Simonneke.’
‘Drink maar wat sneller, want ik wil je nog de lift laten zoeken. Zoeken ja, want ze is vermomd. Je zal ze geeneens weten te vinden, jij.’ Dat we vijf minuten geleden uit de lift waren gestapt, was haar ontgaan. ‘En er zijn hier veel verpozingsruimtes op de gangen, wist je dat? Die moet ik je zeker ook laten zien. Chic ingericht en al, man. Is je glas al leeg?’
Katrien wierp me stiekem een knipoog toe.

Toen we even over vijven naar de auto stapten, was dat met gemengde gevoelens. Dat Simonne ontzettend veel heeft moeten opofferen om uiteindelijk hier te kunnen/mogen belanden, is duidelijk al vervaagd in de nevelen van haar geheugen. Wat ervoor in de plaats kwam, zal nooit het predikaat ‘Onze Wens’ dragen, doch ze kan vrijelijk beschikken over de geborneerde schare faciliteiten die haar laatste woonplaats haar te bieden heeft. Over de kwaliteit van de verzorging tast ik vooralsnog grotendeels in het duister, doch de verhoopte interactie met de inwonende sociëteit heeft zij alvast geheel laten varen; het gros heurer lotgenoten is dementerend in diverse stadia dan wel bedlegerig. Een serieuze domper, zegt ze daarover, net als de maandelijkse contributie voor enkel maar kost en inwoon. ‘Tweeduizend tweehonderd euro, Menck! Nog een geluk dat ik een eigen huisje heb, hoe zou ik dat anders moeten bolwerken?’

Haar naar de huidige isolatie- en comfortnormen gedateerde woonst staat inmiddels al een halfjaar te koop. Er is vooralsnog weinig interesse. Ik duim dat haar spaarboekje een afdoende grote appel tegen de dorst zal zijn en dat de vastgoedmarkt haar bijtijds de nodige gewilligheid mag betuigen.

Mijn vaders credo indachtig start ik mijn bejaarde bestelwagen. De bestemming: thuis. Want daar alleen kan liefde wonen | Daar alleen is ’t leven zoet | Waar men stil en ongedwongen | Alles voor elkander doet.

.

[ Foto’s: Menck ]

Advertentie

  1. tinyblogt

    Mijn ouders waren vroeger ook van mening: laat ons thuis blijven, met hulp als het nodig is, zo’n rusthuis is niets voor ons. Tot er één van de twee veel meer hulpbehoevend werd en de ander het niet meer aankon om zelfs mét hulp er voor te zorgen. Tot pa sméékte om toch maar snel een plaats in zo’n wzc te kunnen krijgen.
    Ik heb er wél een plantje gezet én een paar lieveling-postuurkes én een aantal foto’s van hen in vroeger tijden en van onze (piepkleine) familie. Samen met de radio die altijd Klara-ontspannende muziek speelt, is het zo toch een beetje huiselijk. Zelfs al zien ze het geen van beiden, ’t is het idee. Ze hebben alles wat ze nu op dit moment nodig hebben: lekker eten en elke dag véél vriendelijke woorden. Een goed bed en verzorging die ze wenselijk achten.

    Geliked door 1 persoon

    • Menck

      Uiteraard is de bewoner toch ten dele verantwoordelijk voor de inrichting en het creëren van een huiselijke sfeer. De (eenpersoons)kamers zijn echter te klein voor persoonlijke meubelstukken of een wat grotere plant. Ook aan de muren mag niets worden opgehangen, behalve een kleine foto of schilderij aan de daartoe voorziene rail. Zelfs je eigen bed plaatsen, is uit den boze.
      Er zullen wellicht wel andere regels gelden in andere WZC’s, doch daar heb ik helaas geen weet van.

      Like

  2. Affodil

    Het blijft dubbel, he? Zelfs als betrokkene – zoals mijn moeder – je verzekert heel gelukkig te zijn met het nieuwe onderkomen. Ik heb intussen wel al de nodige contrasten gezien tussen verschillende wzc’s, maar het zijn inderdaad “wachtplaatsen voor het einde”. Waarbij dan nog regelmatig een deel van de kamers uitkijkt op de allerlaatste bestemming. Eergisteren weer met onze dorpsraad een muzieknamiddag verzorgd hier in het dorp. Als je nog aan de “goede” kant van de voordeur leeft, is het geen aanlokkelijk vooruitzicht. Maar intussen slikken we braaf de pilletjes die ons in leven houden tot we daar ook een plaatsje kunnen opvullen.

    Like

    • Menck

      Het is leuk dat je moeder zich daar gelukkig voelt, want daar draait het tenslotte toch om. Voor wie niet (al te veel) stilstaat bij de beladenheid van ‘wachtplaats voor het einde’, scheelt het eveneens een slok op de borrel van het er zich goed en fortuinlijk voelen.

      Like

  3. Anemos

    Mooi dat je dat wil doen. Het is – cru gezegd – schrijnend. Zeker in verhouding met hetgeen er maandelijks op de factuur komt (semi- ervaringsdeskundige met mijn vader in een WZC). Haviksogen heb ik ontwikkeld, weliswaar met leesbril.
    Je oudste klant zal het zeker appreciëren dat je je nog laat zien.

    Like

    • Menck

      Ik tracht, overigens met heel veel graagte, het contact met haar te onderhouden. Tenslotte heb we de afgelopen twintig jaar een zekere band opgebouwd.
      Over het factuurbedrag kan menig boompje worden opgezet, net als over het nog immer schrijnend tekort aan verzorgend personeel.

      Geliked door 1 persoon

  4. Thomas Pannenkoek

    Voor iemand die zelfs geen familie meer heeft om op terug te vallen is is het geval van Simonne niet veel keus ééns ze zelfstandig haar plan niet meer kan trekken thuis. Het oord dat je beschrijft klinkt anders dan het ‘recent opgetrokken( rustoord zoals je het even voordoen noemt. Misschien beïnvloed door wat vooroordelen waarmee jij als ‘jongere’ kampt. Meisjes van 95 springen niet meer op tafels, doen geen gekke dingen meer, en zijn allicht heel blij dat ze goed verzorgd worden, lekker eten krijgen en af en toe een woordje kunnen babbelen. Of zoiets, in hun beperkte kamertje, 2200 Euro per maand moet kosten is dan weer een ander verhaal.
    Heel tof dat je haar hebt opgezocht!!

    Like

    • Menck

      Ik denk dat menigeen die voor de eerste keer een WZC binnenstapt een aantal vooroordelen met zich meedraagt. Ze werden in mijn geval versterkt noch ontkracht.
      Over de kostprijs valt zonder de minste twijfel te redetwisten, over het gebrek aan verzorgend personeel eveneens. De algemene indruk die het gebouw/de kamer/de infrastructuur op me maakte, was die van een ziekenhuis: modern, eigentijds, doch hoegenaamd niet huiselijk aanvoelend.

      Geliked door 1 persoon

  5. lefabuleuxjardin

    Je slaagt er weer in daar te peuteren waar het zeer doet. Twee van mijn grootouder heb ik op korte tijd zien wegkwijnen in wat toen nog een rustoord was. Mijn eigen ouders zijn beiden vroegtijdig thuis gestorven, ergens ben ik blij dat ze die stap nooit hebben moeten zetten, maar het is dubbel. Mijn schoonmoeder, straks 90 , half blind en doof maar nog steeds bij de pinken, wordt liefdevol opgevangen door mijn oudste schoonzus, wat allesbehalve evident is. Om het leefbaar te houden wisselt oma ondertussen regelmatig van stek. Ook bij schoonzus 2 werd al een traplift geïnstalleerd en is er een kamer voorbehouden. Je stukje doet me in ieder geval stil staan bij ons eigen lot en daar wil ik dus nog niet echt over nadenken.

    Like

    • Menck

      Mijn vader (90) heeft eveneens het geluk dat hij opgevangen wordt door mijn zus en dat aldaar de benodigde infrastructuur is voorzien. (Traplift incluis.) Dat zulks allerminst evident is, zal ik nooit betwijfelen.
      Stilstaan bij ons eigen lot: ik maak me er bijwijlen ook wel schuldig aan. En al is ‘schuldig’ in dezen niet meteen de gepaste woordkeuze, toch prefereer ik het wegwuiven van dergelijke gedachten ten faveure van een leven in het nu. Carpe diem, en voor de rest zien we wel wat op ons pad komt.

      Geliked door 1 persoon

  6. MyriamC

    Het is een WZC zoals ik ze ook ken. Het is goed dat het bestaat voor mensen die niet meer zelfredzaam zijn maar ik denk dat niemand er op zit te wachten om naar het rusthuis te mogen gaan. Eerlijk gezegd ben ik blij dat het mijn ouders bespaard is gebleven.

    Like

  7. Samaja

    Mijn oma is indertijd, ik spreek wel over 15 jaar geleden, in een rusthuis gegaan en heeft daar echt nog een mooie tijd gehad. Ze heeft er zelfs nog een nieuw lief gevonden. Helaas hoor ik ook andere verhalen… En de prijs is al helemaal om van te slikken. Soms denk ik daar wel aan. Wie gaat dat later allemaal voor me regelen, ik heb immers geen kinderen… Maar goed, dat zien we dan wel weer.

    Like

    • Menck

      Als wij eraan denken – ons huwelijk is eveneens kinderloos – overvalt ons toch een lichtelijk benauwd gevoel. Gemakshalve wimpel ik die “potentiële zorgen voor later” vooral weg. Of dat echter het meest heldere idee is, weet ik (nog) zo niet.

      Like

  8. omabaard

    Ze ziet er zeker geen 95 uit. Ze mocht mooi oud worden.

    Een woonzorgcentrum is voor weinigen een droom, maar voor velen een must.

    Momenteel speelt het ook hier een grote rol. Kan schoonmoeder nog in haar serviceflat blijven want eigenlijk is ze toe aan veel meer zorg en bovendien ook vaak verward. Maar ze blijft hardnekkig ‘neen’ zeggen. Als iemand het woord durft uitspreken, wordt die overladen met verwijten.
    Zo moeilijk allemaal en vaak het lot als je ‘mag’ oud worden.

    Like

  9. Suskeblogt

    Vorig jaar is mijn moeder ook naar zo’n WZC verhuisd. Ze beseft maar bij vlagen waar ze nu is. Het voelt dubbel aan, maar thuiszorg was geen optie meer met haar toestand. Gelukkig wordt ze er goed verzorgd en da’s wat telt.

    Like

    • Menck

      Als ik tussen de regels lees, dan vermoed ik (beginnende) dementie bij je moeder. Zulks werpt uiteraard een gans ander licht op de zaken. Vaak wordt een WZC dan een onvermijdelijke bestemming, helaas.

      Geliked door 1 persoon

  10. Sandra

    Ik herken er al zowat de kamer van mijn mama in, ik vermoed dat die kamers er zowat overal hetzelfde zullen uitzien. Ze heeft er wat persoonlijke spulletjes staan, er mochten foto’s aan de muur en het domein ligt middenin een natuurgebied. En het belangrijkste, ik heb het gevoel dat ze daar écht wel graag is, al was de overgang na het overlijden van mijn papa natuurlijk heel bruusk. Maar bon, ze doet het daar goed, dat is wat telt!

    Like

    • Menck

      Het ene WZC is het andere niet, natuurlijk. In de kamer die ik heb bezocht, was welhaast geen ruimte noch mogelijkheid tot persoonlijke aankleding om een enigszins huiselijk gevoel te creëren. Een kleine ziekenhuiskamer, zo kwam de ruimte op mij over.
      Wel fijn dat je moeder er graag vertoeft. Dat is zeker en vast wat telt!

      Like

    • Menck

      Dat klinkt niet bijster goed, nee. Uit de reacties onder dit schrijfsel onthoud ik vooral dat ieder mens anders staat tegenover de opname in een woonzorgcentrum en dat elke bewoner zijn verblijf verschillend beleeft.

      Geliked door 1 persoon

  11. Matroos Beek

    Mijn moeder woont nu net een paar weken in een wzc. Ook zij wilde er nooit heen en wij hebben ook alles zo lang mogelijk gedaan om haar ervan te besparen. Helaas kwam er plots een flinke kink in de kabel. Bovendien is ze nu dementerend, maar ze beseft wel dat ze niet meer thuis is. ‘Morgen kom je mij halen en gaan we naar huis hé’ zegt ze bijna dagelijks… Ik kan niet zeggen hoe vaak mijn hart al is gebroken de laatste weken. Ik vind het emotioneel keihard. Deze week ben ik vijf keer naar mijn moeder gegaan. Soms blijf ik er, zoals vandaag, 5 uren. De verpleegkundige zei dat ik mijn moeder meer moet loslaten. Hoezo? Ze heeft ons net nu meer nodig dan voorheen want alles is vreemd. Ik voel me best schuldig en vraag mij iedere dag af of we er goed aan hebben gedaan. Zo jammer dat haar dit nog moest overkomen op haar 100ste. Al bij al doet ze het niet slecht, omdat ze zo moedig en lief is, omdat ze niet wil klagen. Ik heb er toch zo mee te doen en moet vooral mezelf oppeppen… Ziek van compassie en schuldgevoel. Het is moeilijk, echt moeilijk.
    Het probleem van het wzc vind ik het personeelstekort. Als je geen familie hebt die wat mee komt zorgen, dan denk ik dat het heel triestig en eenzaam is.
    Gelukkig ziet de kamer van mijn moeder er wat minder deprimerend uit. We hebben ze volgepropt met haar lievelingsmeubels van thuis. Op die manier denkt ze ook dat ze in haar living zit.
    Op langere termijn zal ik het beter kunnen inschatten. Nu zit ik nog in een rouwfase namens mijn moeder en mijzelf en de hele historie die we eigenlijk niet wilden. Naar het ouderlijk huis kan ik niet gaan, ook daar word ik te emotioneel van. Hopelijk wordt het beter…
    Erover klagen durf ik ook niet altijd want iedereen zegt dat ik moet dankbaar zijn omdat mijn moeder zo oud is geworden. Dat ben ik ook, maar los daarvan zit ik wel met dat verdriet om wat haar is overkomen en waar ze nu zit. Die schakelaar kan ik niet zomaar omzetten. Helaas.

    Like

    • Menck

      Je reactie is open, eerlijk en veelzeggend. Als er dementie bij komt kijken, dan wordt een woonzorgcentrum helaas welhaast noodzakelijk, vrees ik.
      Opmerkelijk: Simonne, waarvan sprake in dit schrijfsel, verwart ‘naar huis’ geregeld met ‘naar haar kamer’ en ‘naar haar oude huis’. Af en toe steekt een vlaag van beginnende dementie de kop op, maar door de band/bank genomen is ze nog bijzonder helder, en al zeker voor iemand van vijfennegentig.
      Personeelstekort is een oud zeer bij woonzorgcentra, net als overigens bij ziekenhuizen. Het maakt er de zaken allesbehalve makkelijker op en leidt niet zelden tot treurige toestanden. Dat jij net meer voor je moeder wil zorgen en haar dientengevolge minder wil loslaten, vind ik welhaast de logica zelve. Maar voor je eigen levenskwaliteit zal je wellicht toch wat meer genoodzaakt zijn om een en ander in vrijheid te stellen, peins ik, hoe hard dat momenteel nog aanvoelt in de rouwfase die je doormaakt.
      Moge er alras mentale beterschap optreden; ik wens het jullie beiden van harte toe.

      Like

    • Joke

      Oh Matroos Beek, wat is dit herkenbaar. Mijn ouders werden beiden in een woonzorgentrum opgenomen in 2020 owv dementie met een maand tussentijd. Papa eerst om dat zijn dementie het verst gevorderd was. Hoe moeilijk was dat! Ik vond dit loslatingsproces moeilijker dan dat tov onze kinderen. De ontreddering in de ogen van mijn vader zal ik niet snel vergeten, alsof alle zorgen van de wereld op zijn schouders rusten… Al hadden we geen keuze en al had hij zelf aangegeven – toen hij zich nog bewust was van zijn diagnose – dat we hem moesten laten opnemen als het te moeilijk werd thuis. Hij is inmiddels overleden maar het heeft mijn herinnering aan hem enorm beïnvloed. Wat jammer is, want ik heb hem 10x langer niet dementerend gekend. Mijn moeder leeft nog. Ze is heel gelukkig in het WZC en daar kus ik alle dagen mijn pollekes voor. Ik blijf erbij: het is beter om 3 jaar te kort te leven dan 3 jaar te lang.

      Geliked door 2 people

      • Matroos Beek

        Het doet me deugd te lezen dat ik niet de enige ben met deze grote worsteling. Mijn moeder heeft ook altijd gezegd ‘als het echt niet meer kan zijn, dan zal het wel een WZC worden.’ Maar nu kon ze dat niet meer zelf beslissen. Ze is er nu zes weken en ze ging al ontzettend hard achteruit. Het is nog een skeletje omdat ze nog amper kan eten. Vorige week ben ik er uren bij geweest omdat ze zo zwak was en veel moest hoesten en misselijk was. Ik was zelf ook doodop. Dit weekend werd ik ziek en gisteren testte ik positief op corona. Onmiddellijk het wzc verwittigd en ja hoor… dat heeft mijn moedertje dus ook. Dat had ze volgens mij al vorige week. Mijn enige wens was dat ze niet meer zou moeten afzien, maar het lijkt iedere week erger te worden. Nu zal ik haar niet zien tot 20 februari. Ze gaat in volledige quarantaine eenzaam op haar kamer. En het is zo’n knuffelaar. Iedere avond een knuffel voor het slapen gaan en zeggen hoe graag je haar ziet. Dat kan nu niet. Jongens ik heb al tranen gelaten de laatste weken. Niet normaal. Dit is zo zo ontzettend hard. Ik heb altijd mijn moeder in huis willen nemen met akkoord van mijn man, maar het probleem is dat ik over de grens woon. Dat was praktisch niet te realiseren. Ze is wel heel veel weekendjes en weken bij ons geweest op ‘vakantie.’ Maar nu ging ze zo gevaarlijk dwalen ’s nachts. Ik sliep in december een paar nachten bij haar, maar ik heb toen geen oog moeten dichtdoen. Dat is onmogelijk om vol te houden. Ik was kapot. Toch is er wat onenigheid ontstaan in de familie. Twee van mijn zussen vonden dat ze nog alleen thuis kon zijn ’s nachts. Maar dat was echt niet meer verantwoord. Ze haalde ook gevaarlijke dingen uit die brand konden veroorzaken. Het is me al wat geweest. Enfin, ik moet het je niet zeggen. Ik hoop toch dat ik enkel de mooie herinneringen aan mijn moeder bewaar, want dat zijn er heel wat. Maar dat het zo moet eindigen, dat is zo lelijk, zo gemeen. Dat heeft ze niet verdiend want ze was altijd zo lief en zorgzaam voor alles en iedereen. Ook in het wzc zit ze hele dagen met de handen van andere oudjes in haar handen om ze te troosten. Maar elkaar verstaan, doen ze niet meer. Schrijnend wat ik daar al heb gezien. Ook vaak tragikomisch. Je kan er een boek over schrijven, maar daar heb ik nu even geen zin in.

        Geliked door 1 persoon

        • Joke

          Ik heb zonet op jouw blog het mooie eerbetoon gelezen nav je moeders 100ste verjaardag. Hartverwarmend mooi! Wat een prachtige dame is ze, letterlijk en figuurlijk. Ik schrijf het hier omdat het daar niet meer kon.
          De huidige situatie is biezonder moeilijk. Ik heb met jullie te doen. Als je zelf wat beter bent, zou ik, als ik jou was, er toch voor pleiten om wat eerder op bezoek te mogen gaan. Uiteindelijk is de besmetting al gebeurd.

          Like

  12. groengenot

    Ik zit aan de andere kant, werk in een woonzorgcentrum. En zou er ook echt nooit of nooit willen in terecht komen. Wij kúnnen gewoon niet de zorg geven waar mensen recht op hebben.
    Enkele jaren geleden had een mevrouw hier al haar bloempotten op de grond gegooid. Een ravage was het. Maar ik begreep haar. Ik ga dat ook doen als ze mij in een rusthuis steken. En dan zaai ik gras in mijn kamer! Neh!

    Geliked door 3 people

  13. zem

    Wat liefdevol van jou en Katrien, om de oude mevrouw, een geliefde klant, nog steeds te bezoeken in het “woonzorgcentrum”, waar men kennelijk ook niet meer de optimale zorg kan verlenen.
    Het is een benauwend voorland, voor je vader – hopelijk niet – en voor onszelf als we niet meer zelfstandig kunnen wonen.
    Hier in Nederland hadden we vroeger verzorgingstehuizen. Die zijn afgeschaft. Er zijn nu nog verpleegtehuizen, maar dan ben je medisch of mentaal in een dusdanige staat, dat je een medische indicatie voor verpleging hebt.
    Als je eigenlijk niet meer zelfstandig kunt wonen, krijg je – als het beschikbaar is – thuiszorg van een overbelaste verzorgende, die per auto komt aanrijden om je in zo kort mogelijke tijd te wassen en aan te kleden enz. om snel weer naar (te veel) volgende klanten te rijden.
    Familie en/of buren (eufemistisch mantelzorgers genoemd) worden geacht je verder te helpen – niet aanwezig, te ver, ter druk of niet bereid: jammer dan…
    Ons voorland ziet er niet rooskleurig uit.
    Per dag maar genieten van wat hopelijk nog lang kan.
    Bemoedigende groeten , Zem.

    Like

    • Menck

      Er schuilt een filantroop in mij, zo bevroed ik. In de twintig jaar dat ik voor haar heb gewerkt, hebben we een zekere band opgebouwd. Ik vind het welhaast niet meer dan logisch dat ik haar heb bezocht en nog zal bezoeken.
      De situatie in Nederland is duidelijk anders dan die in België. Hier kennen we, naast professionele thuishulp, uitsluitend woonzorgcentra om hulpbehoevende mensen een vangnet te bieden. Daarnaast is er ook mantelzorg, al situeert die zich allerminst op professioneel niveau. Zo is mijn zus, naast haar baan in het onderwijs, tevens mantelzorger van mijn vader die bij haar inwoont. Echter, zoiets kan slechts tot op zekere hoogte; voor wie bijvoorbeeld dementerend wordt, is een woonzorgcentrum welhaast de enige uitweg.

      Ik geniet ten volle van elke dag die ik krijg. Carpe diem en wat volgt zien we wel. Of dat de juiste ingesteldheid is, kan voer voor discussie zijn, doch vooralsnog voel ik me daar super bij.

      Like

      • zem

        “Carpe diem en wat volgt zien we wel”: je hebt gelijk, alle getob over eventualiteiten in de toekomst is in wezen overbodig, het pakt altijd anders uit. Dus “pluk de dag”.

        Geliked door 1 persoon

    • Motyl_1960

      Zem, dat verschilt per gemeente. Waar mijn moeder woont is het prima geregeld en haar hulp is al erg lang bij haar en is niet gehaast zoals jij dat omschrijft. Altijd tijd voor een koffie en een praatje. Dus het is zeker niet overal kommer en kwel. Ik denk dat thuis in je vertrouwde omgeving blijven wonen nog altijd de betere optie is. Zorgen voor je ouders is eigenlijk heel erg vanzelfsprekend, maar onmogelijk tegenwoordig met ons drukke leven. Maar zoals jij het schetst is het wel heel erg triest en dat is niet overal zo.

      Like

  14. granny007

    Gelukkig dat die centra bestaan. Mijn mama had dementie in ernstige vorm. Ze kon onmogelijk bij ons komen wonen. Maar leuk is het uiteraard niet als je er naartoe moet. Het is de allerlaatste bestemming.

    Like

    • Menck

      Dementie werpt een gans ander licht op de zaken, natuurlijk. Dan kan het welhaast niet anders of permanente opvang wordt je lotsbestemming. In dat opzicht is het ronduit een zegen dat er zoiets bestaat als woonzorgcentra.

      Like

  15. kellysteenlandt

    Ik heb al verschillende verhalen gehoord, maar gelukkig nog geen ervaring ermee. Ik vond het wel bijzonder mooi hoe jullie deze dame blijven bezoeken. Mooi geschreven ook, deze blik in een wereld die velen (nog) niet kennen.

    Like

    • Menck

      Buiten het bezoeken van deze mevrouw had ik evenmin ervaring met woonzorgcentra. Wel las ik er al enkele gedetailleerde artikels over, waarin helaas weinig fraais te bespeuren viel, en mijn bezoek heeft een aantal punten ervan bevestigd. Wees, kortom, blij dat je er nog geen ervaring mee hebt.

      Like

  16. Motyl_1960

    De oma van mijn man Jan (mareine) was op een gegeven moment gevallen. Beide enkels gebroken. Daardoor moest ze naar een verzorgingstehuis in centrum Oostende, vlakbij het ziekenhuis. Wij zijn er een paar keer geweest. Man-man-man, je zou er niet begraven willen worden! Later is ze verhuisd naar een ander verzorgingstehuis wat iets leuker lag maar wat jij omschrijft is een kopie van wat zij daar had. En ook zij was goed bij geest maar slecht ter been. Zó immens mensonterend! In Nederland bestaan deze tehuizen niet meer. Daar wordt verwacht dat je zo lang mogelijk thuis blijft wonen. De thuiszorg is optimaal. Mijn moeder is 86 en woont nog in haar huis. De thuiszorg komt iedere dag langs, éénmaal per week komt de (schoonmaak)hulp en ze heeft zo’n zender om haar nek hangen. Ze heeft trapliften en alles en ze heeft het enorm naar haar zin in haar eigen huisje. Nou ja, huisje…. Drie verdiepingen, een zogenaamde drive-in woning, zoals wij dat noemen. Maar ze heeft haar vriendinnen om zich heen en ze gaat iedere dag op haar scootmobiel naar de winkels. Ze woont in Lelystad en daar is langzaam en snelverkeer gescheiden. Ze heeft haar kat en ze verveelt zich soms, maar ze is in haar eigen omgeving. Heeft ook z’n nadelen, want echt super schoon is het er niet. Maar ja, ach, who cares.
    De techniek schrijdt voort en ik hoop dat als ik zo oud ben dat we allemaal een robotje hebben die ons huishoudwerk doet. Ik heb ook geen kinderen en er zal niemand langskomen bij mij, mocht het mij ooit treffen. Die Simonne mag blij zijn met mensen zoals jullie! Echt petje af en lof. Ik zou de volgende keer een bosje tulpjes meenemen, om dat hokje nog een beetje op te fleuren!

    Like

  17. Kakel

    Wat ontzettend lief dat jullie Simone blijven bezoeken. Ze zal er zeker naar uitzien.
    De leefomstandigheden van ouderen in woonzorgcentra is schrijnend. Ook wanneer ze beseffen dat ze het in hun eentje in hun eigen woning niet meer redden. Dit is waar niemand naar uitkijkt. Het is hier weinig beter, vrees ik. Mijn vriendin (verpleegkundige) werkte in een zorgcentrum. Altijd tijd tekort. Ze wilde zo graag praatjes aanknopen met de bewoners maar steevast werd de administratie dringender bevonden. Ze is gestopt met werken en is daar nu vrijwilligster. Zo kan ze eindelijk geven waar de bewoners recht op hebben.
    Je schetst een aftakelend beleid. In alle triestheid mooi geschreven, Menck.
    Ik kom zomaar eens langs. Een beetje laat, maar wilde toch een reactie achterlaten.
    Lieve groet.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.