Galgenmaal
Aan de driftloos grijze dag begon zich pluis van schemer te hechten. Ik tuurde uit het raam, gefascineerd door het enthousiaste spel van de tuinvogels.
Divers pluimage deed zich te goed aan de overvloed die het winterrestaurant hen bood, een zelfbediening die door ons halfwekelijks wordt bijgevuld. Mezen scheerden door de lucht als werden ze door golfjes voortgestuwd, gestadig op en neer. Op de vetbollen kwinkeleerden vinken hun laatste hits van het etmaal tussen het driftig pikken door, allerminst geïmponeerd door een wild gesticulerend roodborstje dat met een zekere agressie de beste plaats opeiste.
Een plompe houtduif maakte een buiklanding in de winterborder als ware ze een aftandse Boeing die amechtig het tarmac aantikte. Alles wat de kleintjes van de hoog opgehangen graansilo’s lieten vallen, verdween in haar keel. In mijn hoofd nummerde ik elk kliekje dat ze naar binnen schrokte. Iets voorbij de tweehonderdvijftig raakte ik de tel kwijt, afgeleid door een groenling die gracieus op de betonnen voedselpaal neerstreek teneinde daar wat sneeuw te happen. Want ons restaurant serveerde die dag geen drank. Overmacht door vorst.
Idyllisch, hè?
Helaas stopt het hier.
Want wat ik nooit eerder mocht aanschouwen, werd me ineens vol voor de ogen gegooid: een sperwer op rooftocht. Een bloeddorstig mannetje. Hij kwam als een weerlicht uit het zwerk geschoten en stortte zich meedogenloos op de nietsvermoedende groenling.
Wat volgde, voltrok zich in een flits. De klauwen van de sperwer boorden zich diep in zijn gillende prooi. Oké, oké, een groenling kan niet gillen, maar zijn doodskreet klonk me in ieder geval wel zo in de oren. Meteen daarop werd de genadeslag toegediend middels een draaiende knauw van de vermetele haaksnavel in de strot van zijn zieltogende slachtoffer.
Een fijn straaltje opspuitend bloed viel in dieprode druppels uiteen op de smetteloze sneeuw. Het was prachtig en barbaars tegelijk.
Mijn madam vond het tafereel van een grenzeloze wreedheid getuigen en tikte met haar ring op het raam. De sperwer keek op, priemde zijn felle ogen een wijl in de onze en zette vervolgens zijn maaltijd verder. Wij waren ramptoeristen en hij duldde onze nabijheid.
Vanuit de losse pols nam ik een tiental foto’s. Van het minutieus pluimen van zijn prooi over het openrukken van diens strot tot het naar binnen schrokken van de darmen. De ganse opvoering nam uiteindelijk een kleine drie kwartier in beslag.
Niets zo overweldigend als de natuur doch ook niets zo meedogenloos. In het rijk der dieren is het steevast eten en gegeten worden.
We kijken er al lang niet meer van op als een onzer katten weer maar eens een muis verschalkt of een vogel te snel af is. Maar als een sperwer plots een groenling de dood injaagt, stokt ons hart. Dat van Katrien uit verontwaardiging en dat van mij uit ontzag. Ieder diertje zijn pleziertje, quoi.
[ Foto’s: © Menck | aanklikbaar voor groter ]
Prachtige foto’s, Menck. En gelijk heeft deze superjager dat hij zich niets aantrok van het getik van uw madam. Ook sperwers moeten eten. Ik ben vagelijk jaloers op jullie. Het is altijd weer een traktatie om zo’n manoeuvre te mogen zien. En zo’n sperwer is minder wreed dan katten: hij maakt onmiddellijk de kill af, terwijl katten vaak nog een hele tijd spelen met hun gewonde buit. Een halsbandje met een belletje zou daar uitkomst kunnen bieden.
LikeLike
Het is de eerste keer dat hier een sperwer landt. Doorgaans beloeren we de meest voorkomende tuinvogels.
LikeLike
Vandaag is hier van loeren niet veel in huis gekomen, maar morgen zitten we in de startblokken.
LikeLike
ooit eens een mol hier op het terras zien vermoord worden door onze kat zaliger. Pittig tafereeltje
LikeLike
Ze heeft een mol gemold, dus. Die van ons staan erbij en kijken ernaar, de sukkels.
LikeLike
Gemolesteerd 😀
LikeLike
Dat ook, haha.
LikeLike
Bloeddorstig mooi de natuur gevat in je blog.
LikeLike
Mooi gezegd!
LikeGeliked door 1 persoon
Je kon nadien ook de sperwer hebben gevangen om te stoven in de zaterdagse stoofpot.
Moeilijk, dat vangen? Bah neen, mijn vader zei dat je gewoon wat zout op hun staart moet strooien.
LikeGeliked door 1 persoon
Sorry, er stond al witkoparend op het menu.
LikeLike
Dat je daar getuige van was en het ook nog hebt vastgelegd op foto. Tja, de natuur, wreed hè, maar ook mooi. Ik vind roofvogels trouwens machtige beesten
LikeLike
Ja, vind ik ook. Ik hoop ooit eens een uil te spotten in de tuin, mijn persoonlijke favoriet.
LikeLike
behalve dan uilskuikens die ‘s nachts naar elkaar roepen tot de ochtendstond …..
LikeLike
Tja – het is soms eten of gegeten worden …..
LikeLike
Momenteel zijn we aan het eten, dank u.
LikeLike
Wou dat ik dat had in onze tuin! De roofvogels zitten meer naar ‘achteren’ en dan is het met name de buizerd of de bruine kiekendief. Maar misschien komt het nog. We hebben ook nog niet zo heel veel vogeltjes. Alles is nog te nieuw.
LikeLike
Laat de natuur zijn gang maar gaan, dan komt het vanzelf voor de bakker.
LikeGeliked door 1 persoon
Heerlijk lezen, jouw stukje pure poëzie! En ja, de natuurlijke selectie is wreed… alhoewel de ingreep van de mens daar geen goed aan gedaan heeft. Mooi foto’s in deze ‘kan-niet-in-de-tuin-werken’ dagen.
LikeLike
Mooi compliment, dank je wel.
LikeLike
De sperwer is prachtig en de groenling was het…
Je hebt het indringend en mooi beschreven, zo gaat het: eten en gegeten worden. Wij staan inmiddels ver van de natuur af.
Maar hier dient deze zich aan op de voederschaal.
Het komt wreed op ons over en ik had ook op het raam getikt, denk ik, hoewel het niets had geholpen.
Hartelijke groet, Zem.
LikeLike
Groenlingen zijn inderdaad fraaie tuinvogels. Maar zo’n sperwermannetje scoort wat mij betreft hoger. 😉
LikeLike
Ik ben gek van roofvogels. Ze huisvesten hier massaal omdat we groen wonen, prachtig!
LikeLike
Ik moet dringend eens een fotoshoot komen doen bij jullie.
LikeLike
Altijd welkom! Mr B kan wat afleiding gebruiken!
LikeLike
Prachtig, de natuur. Voornamelijk als zij mij plezier dan wel voordeel biedt. Indien niet en voornamelijk als zij mij schade toebrengt stoot mijn sympathie duidelijk aan haar grenzen.
LikeLike
Erg herkenbaar wat je schrijft. Trop is tenslotte teveel, en er zijn grenzen aan alles.
LikeLike
Wat ben je weer een geluksvogel (wat niet kan gezegd worden van de groenling) dat je dit kon vastleggen op de gevoelige sensor. De sperwer is hier bij ons ook een vaste klant, ooit scheerde hij op amper een meter van me heen met een piepende mus in z’n poten. Een topjager zeg ik u.
LikeLike
De sperwer was allesbehalve schuw zodat foto’s nemen eigenlijk een koud kunstje was. (Wel vanuit de woonkamer door het raam.)
Prachtvogel!
LikeLike
Het is ongetwijfeld prachtig om dit te kunnen observeren. Ik zou helemaal onder de indruk zijn. In onze kleine tuin zitten veelal kleinere soorten, die ene reiger die we soms aan de vijverrand zien zitten en een uil die ’s nachts in een boom aan ons slaapkamerraam zit te roepen niet meegerekend.
LikeLike
Dit was zonder meer een kippenvelopwekkend moment. Blij dat ik het tafereel mocht aanschouwen, want veel roofvogels landen hier niet voor langere tijd, de reiger daargelaten.
LikeLike
Jaloers. Ikke stikke jaloers. Zo mooi en zo dichtbij (de sperwer).
LikeLike
De volgende keer dat ik er eentje zie, bel ik je op en kom je maar subiet af. 😉
LikeLike