Gezocht: frisse neus

“Ik heb deze namiddag zelfs het terrasraam een dik uur opengezet om te verluchten.” Mijn madam schudde onbegrijpend haar hoofd.
“En toch moeten we in de woonkamer zoeken. Als ik naar de keuken ga, merk ik echt niks meer.”
“Ben je wel zeker dat het geen plant is? Misschien de een of andere bloeiwijze?”
“Neuh. Mocht dat het geval zijn, dan zouden we zoiets al veel eerder hebben opgemerkt. En niet alleen dit jaar.”
“Da’s ook waar, ja.” Ze liet zich moedeloos neervallen in de divan.
“Frustrerend als je iets niet kunt thuisbrengen, hè?” Ik zuchtte zwaar.
“Zeg dat wel.”
“Ik weet niet of het jou al is opgevallen, maar de geur is indringender geworden dan gisteren.”
“Kwalijker ook.”
“Heb je al eens… Ach, laat maar.”
“Wat?” Ze draaide zich naar me toe.
“…onder de zetelkussens gekeken?”
“Maar ja. Daarnet nog. Niks. Denk je ook aan een beest?”
“Uhuh. Wat ik denk te ruiken, is ontbindingslucht. Misschien een muis die de poezen een paar dagen geleden hebben binnengebracht. Allicht heeft dat kreng zich in doodsangst ergens verstopt en zit het daar nu nog. Enfin, ligt het daar nog.”
“Maar wáár dan? Ik heb zowat alles afgezocht. Vanmorgen heb ik zelfs met een zaklamp achter de boekenkast geschenen. Niks. ’t Is te zeggen, toch niks dat zoiets kan veroorzaken.” Ze kneep ostentatief haar neus dicht. “Enkel een paar spinnen in winterslaap.”

Gisteren had de geur nog wat weg van bedorven voedsel en was ze slechts in uiterst vage zweempjes merkbaar. De keukenkasten werden dientengevolge aan een grondige inspectie onderworpen, doch zonder resultaat.
Later merkten we dat de geur, die ondertussen als stank kon worden bestempeld, effectief in de living hing en niet vanuit de keuken kwam binnengedreven. Het ergste was dat geen van ons beiden ze kon lokaliseren. Ze leek echt overal vandaan te komen.

“Zelfs de poezen merken het. Ik zie ze snuffelen, maar ze zijn het spoor bijster.”
“Klotepoezen.”
“Wat nou?”
“Wie denk je dat die muis, of welk beest dan ook, heeft binnengebracht? Zitten wij wel lekker in de stank nu!” Ik stond op en stapte richting keuken.
“Wat ga je doen?”
“Ik ga de Air Wick halen om in te pluggen. Of dacht je dat ik dit morbide geurtje nog veel langer aankan?”
“Dat moet je vooral doen, ja. Hoe verwacht je de stankbron nog te kunnen traceren als je hem met een chemisch luchtje gaat verdoezelen?”
“Alsof we daar sowieso in slagen”, riep ik vanuit de keuken. “We hebben ons verdorie al suf gezocht.” Ik trok de lade open en nam de luchtverfrisser eruit.

Dat was eergisteren.
Vanmorgen was de stank ineens weg. Meer nog: het rook weer lekker fris in huis.
Mijn madam noch ik hebben een dood beest gevonden. Zij denkt dat de poezen vannacht het kadaver hebben ontdekt en ermee aan de haal zijn gegaan. Ik hou het erop dat het er nog is, doch thans totaal verdroogd en dientengevolge reukloos.
Als ik ooit onverhoopt een skelet ontdek, waar dan ook in deze woonkamer, laat ik het u weten. Al was het maar om mijn gelijk te bewijzen.

Eén reactie

  1. zem

    Ja, dit is in ons oude huis, waar vanzelf wel eens muizen belanden, een bekend probleem.
    Beetje stank, toenemende stank, zoeken en snuffelen: en dan lijkt het lijkje zich op een onbereikbare plaats te bevinden. Afwachten. En ineens is de lucht verdwenen.
    Naar verschijnsel, dat zichzelf binnen een aantal dagen vanzelf oplost, dan is er niets meer om te ontbinden kennelijk.

    Geliked door 1 persoon

  2. Pingback: grijs met opklaringen – annaknijptertussenuit
  3. de biodiverse tuinier

    Hier klaagden we eens een dikke week tegen de zoon over de stank zijner sokken, telkens het voltallige gezin zich in de zetel vlijde voor een tv-avondje. Tot we de kattenkots ontdekten onder de zetel. En dat hoopje had ondertussen al zelf een pels ontwikkeld …

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Thomas Pannenkoek Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.