Dag 30.316 – Gespreksflarden

“Juicht ende jubelt, vader(*): vandaag beleef je je dertigduizend driehonderd en zestiende dag op deze aardkloot. Dat is zoveel als drieëntachtig jaar. Iemand die niet weet hoe oud je bent, schat jou jonger in, zeg je altijd. En dan glunder je. Ik zou ook glunderen moest die eer me ooit eens te beurt vallen.”

“Je bent een van de laatste echte broekvegers die ik ken. Niet gemassacreerd door de nieuwerwetse lichting would-be goeroes die heden de boekskes bevuilen. Op je boterham pleur je échte boter en een hele plak spek. En uiteraard druipt het vet van je kin als je een kippenbil afpeuzelt. Cholesterol is een hol begrip voor je. Gek dat je desalniettemin maalt over je bloeddruk. Zo onprincipieel. Net zoals je zonder morren hebt aanvaard dat ik je levenswijze niet wil volgen.”

“Ik heb je menigmaal bewonderd en evenzo vaak verguisd. Toen ik niet kreeg wat mijn vrienden van gegoede ouders wél kregen, bijvoorbeeld. Of omdat moeder geëduceerd was en jij al op je veertiende in de fabriek stond maar me constant aanmaande om meer te studeren toen ik veertien was. Puberen, noemde je mijn gedrag. Infantiliteit mijnentwege, besef ik thans. Want zie mij nu, ondanks alles: ik ben evenzeer een ploeteraar geworden. Het is jouw beurt om mij te beschimpen. Maar jij doet zulks niet. Jij bent mijn vader.”

met mijn zakdoek
sla ik de stoflaag af
van een teruggevonden foto
uit de vergetelheid doemt
het beeld op van de vader mijner jeugd

“Je zult niet lang meer leven, beweer je. Dat oreer je overigens al minstens dertig jaar lang. Doch zie: op je taart staan drie kaarsjes. Ze staan voor de jaren die je moeder al hebt overleefd. Blaas ze maar uit. Spuw ze desnoods uit met al het opgekropte verdriet van de afgelopen drie jaar, het kan me niet schelen. Weet echter één ding: vandaag is het féést, verdomme. Ik hef, trots en vol respect, het glas op jouw gezondheid.
En hey, er zijn hapjes en taart en al. Proost!”


(*) Ik noem mijn ouwe al sinds mensenheugenis vader. Niet papa, niet pa en – godbetert – niet bij zijn eigen naam. Gewoon vader. Of voadre, in ons heilig dialect.

[ Foto: Menck W. ]

Eén reactie

  1. Thomas Pannenkoek

    Proficiat met voadre !
    Ik herken veel. De mijne (ondetussen 35 jaar ‘wijlen’) was de oudste van zes en moest aan zijn veertiende ook aan de slag. Ongeschoold en met de adem van de oorlog in zijn nek sukkelde hij van de ene job naar de andere.
    Niemand is perfect, ook voadre niet, maar zonder hem was jij er ook niet, was jij niet de figuur die je nu bent.
    Je verzorgt hem zo lang je kan, en zo hoort het ook. Knap logje !!!

    Like

  2. lefabuleuxjardin

    Ik heb niet de kans gehad om m’n voadre via mijn blog te eren tijdens zijn leven en het zou waarschijnlijk niet in me opgekomen zijn om het te doen. Het doet mij daarom ergens goed dat jij dat wel kan en ook doet.

    Like

  3. Kakel

    Drieëntachtig…een mooie leeftijd om nog véél ouder te worden.
    Gefeliciteerd! Ik wens je vader een gezond en voorspoedig nieuw levensjaar. Met echte boter.

    Like

  4. Brubeck

    Een mooi eerbetoon, Menck. Zo eentje hoop ik ooit ook, als ik tegen de 100 aanhik, te mogen krijgen. Een verlate proficiat, zowel de voadre als de zoon.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.