Thuis heb ik nog een ansichtkaart

En ineens kom ik tot het besef dat het ouderlijk dorp, waar ik al vijfentwintig jaar weg ben, geen ziel meer heeft. De in een bonte mix tegen elkaar aanleunende huizen van weleer worden in sneltempo vervangen door homogene nieuwbouwappartementen met balkonnetjes van twee vierkante meter. Het zijn kille blokken, opgetrokken uit nieuwerwetse steensoorten, staal en snelbeton. De voormalige tuintjes zijn thans geplaveid met asfalt en bezaaid met grauwe garageboxen. Als bange haasjes staan nog een stuk of wat originele huizen overeind waarin oudjes resideren die halsstarrig weigeren om hun heem te cederen aan begerige vastgoedfirma’s.

Jeugdsentiment maakt zich van me meester. Tot eind jaren tachtig van de vorige eeuw was ik hier nog intens gelukkig. Er waren tientallen clubs en buurthuizen, jongerencafés en bruine kroegen en zelfs twee heuse fuifzalen. Het dorp lééfde en de inwoners klitten aan elkaar. Wie er arriveerde, wist meteen: veni vidi velcro.
Anno 2016 tel ik nog amper twee would-be chique bistro’s en een staminee-met-voetpadterras op de gelijkvloerse verdieping van een modernistische residentie met een vergezochte complexe bouwstijl. De speeltuin uit mijn kinderjaren, sinds mensenheugenis gesitueerd achter het oude rijksschooltje, moest onlangs wijken voor een parking voor tweehonderd wagens. Het schoolgebouwtje doet nog slechts dienst als jaarlijkse uitvalsbasis voor de plaatselijke jeugdbeweging. Naar aanleiding van de dorpskermis turnen ze het dan gedurende drie dagen om tot een pop-up bar. De sloop is, zo weet ik nu al, nakend.

In de dorpskern hangt een walm van uitlaatgassen. Ook hier heeft de heilige koe het straatbeeld genadeloos geruïneerd. Er wordt getoeterd en gefoeterd, er vormt zich een kleine file als een bestuurder met angst in de ogen zijn blikken doos tussen een lange rij opeengepakte voertuigen tracht te parkeren en dan moeten er ook nog eens twee harmonicabussen laveren tussen deze chaos. De ooit zo onbevlekte ziel van dit eens zo lieflijke boerengat is nog slechts aanwezig in die weemoedige kop van me.

Om mijn trip down memory lane af te ronden, besluit ik wat foto’s te nemen van het charmante oud-gemeentehuis. Ook dat staat, als ware het mijn eerste huwelijk dat zich aldaar voltrok, al een tijd leeg te wachten op herbestemming. Althans, die tijding vernam ik enkele maanden geleden nog via de Streekkrant.
Bezijden dit geabandonneerde pand uit de fifties werd een poos geleden, in een bestuurlijke vlaag van hoogmoedswaan, een gloednieuwe en geheel contemporaine mastodont neergepoot tot meerdere eer en glorie van de burgervader en zijn slippendragers. Een snel evoluerende gemeente waardig, heet zoiets.
Ik heb brute pech als ik ter plaatse arriveer: zowat tachtig procent van het gewezen gemeentehuis is al opgeslokt door kranen en bulldozers. Adieu herbestemming. Slechts een deel van de voorgevel en de trappenhal met glas-in-loodramen staat nog overeind. Een misselijkmakende aanblik. Wég sierlijke marmeren draaitrap waarlangs de statige raadszaal kon worden betreden. Eind jaren vijftig werd hij, nog geheel handmatig, vervaardigd en geplaatst door de nu vijfennegentig jaar oude Edward Deschacht.

“Ik maakte de trap helemaal alleen”, mijmert mijn gewezen dorpsgenoot. “Als ik bezig was, mocht niemand dat zien. Een trap tot stand brengen, was een echte specialiteit. Kennis delen was geenszins de mode in die jaren. De trap in het gemeentehuis was toentertijd een uitzonderlijke constructie.”
Of hij iets begrijpt van de beslissing om het uitgerangeerde gemeentehuis te slopen in de plaats van het een herbestemming te geven?
“Ze konden toch op zijn minst het portaal laten staan?” vraagt hij zich af. “Maar anderzijds is het natuurlijk geen museum; waarom zoúden ze?”


[ Foto: Menck | Twaait ]


[ Foto: Menck | Twaait ]

Aangezien ik geen foto’s bezit van de ongehavende buiten- noch binnenkant van het vroegere gemeentehuis, contacteerde ik fotograaf Kurt Gielen van het fantastische Lost & Abandoned Places. Of hij me een paar beelden van zijn hand wilde bezorgen? En zo geschiedde:




U merkt het, beste lezer: ik uit hierbij mijn absolute voorliefde voor het renoveren en herbestemmen van oude gebouwen. Deels uit nostalgie, deels omwille van de cultuurhistorische relevantie. Het is zo bijzonder om door die oude panden te flaneren. Je proeft het verleden en voelt de ziel van het bouwwerk. Bij herbestemming is het wat mij betreft de kunst, de uitdaging, om die oude ziel te bewaren en tegelijkertijd een eigentijdse uitstraling aan een gebouw te geven. Het mooiste vind ik de combinatie; dat het oude en het moderne samensmelten tot een magnifiek nieuw geheel.
De zorg voor het lokaal erfgoed is bovendien niet alleen een opdracht van grote steden met een roemrijk verleden. Ook eerder landelijke gemeenten met een bescheidener historisch patrimonium, zoals mijn ouderlijk dorp, hebben de plicht om de erfenis van het verleden te bewaren, te koesteren, te waarderen en door te geven aan de komende generaties.

Dat gebeurt vandaag helaas almaar minder. Ten faveure van de vooruitgang, luidt het dan.
Als u me nu wilt excuseren: ik ga eventjes kotsen.

Eén reactie

  1. Stef Den Flater

    Je bent niet de enige die met lede ogen de moderne trend aanschouwt. Huizen en gebouwen laten verkrotten om ze dan af te breken en iets moderns op neer te poten komt ook in Brugge voor. De ergste toestanden zag ik in Brussel waar men ganse woonblokken afbrak om dan te moeten constateren dat men eerst rondom diepe gleuven maakt waarin beton gegoten wordt, waarna men tientallen meter diep de grond weg graaft. In zo’n put kijken, bezorgt een mens claustrofobie. Boven op die ondergrondse bunker vereist dan in recordtempo een betonnen constructie dat men modern pleegt te nemen maar dat eigenlijk zo rechtlijnig en strak is, dat je even goed ze aap als architect kan aanstellen. Ik heb een jaar in één van die moderne gebouwen vlak aan het Zuidstation in Brussel moeten werken. De lucht weer er constant gerecycleerd waardoor je er tien keer rapper ziek werd dan elders. Ramen van de vloer tot aan het plafond zorgden ervoor dat je aan de zuidkant wegens de warmte eigenlijk naakt kon werken ook al vroos het buiten. Tijdens de zomer werkten wij, aan die zuidkant, in temperaturen boven de 40 graden terwijl collega’s aan de andere kant constant rilden bij … 15 graden. De airco werkte er heel slecht. Ik walg van die betonnen constructies. Ook erg dat veel mensen deze trend verdoezelen met als commentaar ‘dat er nog groen genoeg is’.

    Like

  2. Thomas Pannenkoek

    Ik zie dezelfde evolutie in het dorp waar ik dagelijks doorpuf op weg naar het werk. Appartementen links, appartementen rechts. Hier en daar een bouwput waar al een bord voor staat dat appartementen kunnen aangekocht worden. Ook niet mijn ding.
    In Brugge vond je vroeger niks van hoogbouw, buiten één appartementsblok aan de vijver van het Boudewijnpark. Als je ziet wat nu in St.Pieters aan het gebeuren is, zou een mens ervan gaan kotsen. En toch, zo fluistert dat duiveltje me in mijn rechteroor, is dit misschien niet zo negatief. Stel dat in de plaats van twee zo’n appartementsblokken met samen tweehonderd appartementen morgen een nieuwe verkaveling zou moeten worden ingericht en weer een paar hectaren landbouwgrond naar de filistijnen zou gaan, wat is dan de beste keus?

    Like

    • Stef Den Flater

      Daar heb je wel een punt. Ook omdat veel mensen tegenwoordig geen tuin meer willen en eigenlijk alles zoveel mogelijk in beton en steen (laten) leggen. Toch: het zou zo erg niet zijn mocht het wat minder glas&beton zijn. Een paar dagen geleden trouwens op het internet een concept gezien voor een gebouw dat men realiseren in Parijs waar bij wijze van spreken een bos op stond. Dat vond ik intrigerend.

      Like

      • Menck

        Meer verharding = minder onderhoud. Een zeer jammerlijke evolutie, helaas. Mensen willen heus wel nog een tuin, doch enkel voor de lusten en niet langer voor de “lasten”. (En ze willen al evenmin betalen voor een hovenier, helaas.)

        Geliked door 1 persoon

    • Menck

      Dat klopt: meer mensen op minder plaats is helaas noodzaak geworden. Doch als ik dan verkavelingen zie, doorgaans in de “betere buurten”, van 40, 50 tot soms meer dan 100 are voor één woning, zet zulks kwaad bloed. En geloof me: als hovenier zie ik die váák. Anders gezegd: alles kan nog wel voor wie stevig in de slappe was zit.

      Like

      • Stef Den Flater

        Bij ouderen is anders wel de trend om hun huis te verkopen en naar een appartement te verhuizen of voor wie hulpbehoevend is, serviceflats. Dat is dan meestal nieuwbouw: modern, met ruime parkeerplaatsen ondergronds (en dito bewaking) en luxueus voorziene flats. Wie er wampjes bij zit, kan zich dat uiteraard permitteren maar of die mensen ook echt gelukkig zijn, is een andere kwestie. Ik passeer zowat elke dag zo’n moderne serviceflat: men heeft er zelfs een zwembad speciaal aangepast aan de oudere medemens. Een langwerpig betonnen ding dat eigenlijk hoger en groter is dan het gewestplan toeliet. Tja, ook moet kunnen.

        Like

  3. Rob Alberts

    Hier erger ik mij ook aan de truttige nieuwbouwwijkjes om mij heen.
    Vreemd genoeg wens ik de grote honingraatflats weer terug.
    Het ruime groen is nu helemaal verdwenen.

    Ben ik nostalgisch? Ja, als het om mijn eigen buurt gaat zeker.

    Vriendelijke groet,

    Like

    • Stef Den Flater

      Wat dacht U van Hobbithuizen: groene heuvels waar je vredig kan leven te midden van de natuur. Of iets realistischer: de manier waarop men bouwde in Noorwegen en IJsland: gras op de daken.

      Like

    • Menck

      Als nieuwbouw hoe langer hoe meer ten koste gaat van historische gebouwen, vind ik dat een zeer kwalijke evolutie. Van de nieuwe wijkjes op zich heb ik geen last.

      Like

  4. bart

    Zelfs in het Hol van Pluto waar ik woon worden alleenstaande huisjes al te frequent ingewisseld voor karakterloze appartementsblokken van drie hoog waar aan hoog tempo huurders in- en weer uittrekken. In plaats van nieuwe dorpsgenoten die zich settelen en integreren in het dorpsleven krijg je nu jonge starters die hier enkel komen slapen en voor de rest nouga bollen met het dorp te maken (willen?) hebben, want binnen een paar jaar verhuizen ze toch naar één of andere verkaveling waar ze een pastoriewoning neergepoot hebben. Een zeer spijtige evolutie waar weinig tegen te beginnen valt, want de ‘projectontwikkelaars’ kunnen op elke openbare verkoop zwaar boven de andere geïnteresseerden bieden.

    Like

  5. lefabuleuxjardin

    Ik kom er nog zelden , maar de laatste keer dat ik er was viel me op dat de nieuwbouw in mijn geboortedorp gelukkig toch nog laag bleef. Het uitzicht daarentegen is compleet verwoest nadat enkele jaren geleden de kerk zo goed als volledig afbrandde, iets wat ik trouwens hier op je blog vernam. Wie weet wat er in de plaats komt.

    Like

  6. hildeken01

    Hier in Genk helemaal van ’t zelfde, je moet al heel goed zoeken om nog een (mooi) gebouw van vroeger te vinden. Je weet niet meer wie er overal woont. En allemaal geplaveide straten, zogezegd mooi aangelegd met fonteinen en trapjes (waar mensen op vallen) en hier en daar ‘ne verloren boom, verdomme, ik wil nog ‘grond’ ruiken.. En dan zeggen ze dat de mensen steeds maar meer depressies hebben, hoe zou dat toch komen..

    Like

  7. Affodil

    Het zal wel overal dezelfde treurgang zijn, zeker? Nu is het niet altijd zo dat elk oud gebouw geschikt is om er een herbestemming aan te geven, maar naar mijn gevoel wordt er toch te snel beslist dat een bevriende sloper nog eens een dienst aan de gemeente mag bewijzen (uiteraard niet kosteloos in beide richtingen)…

    Like

    • Menck

      Waar ik nu woon, wordt er stevig werk gemaakt van renovatie en herbestemming. Niet zelden wordt daarbij een oud gebouw geïntegreerd in een nieuwbouw. Ja, op dat vlak ben ik, in schril contrast met het ouderlijk dorp, best wel trots op mijn gemeente.

      Like

    • Menck

      Het nieuwe gemeentehuis is effectief een toonbeeld van logheid en hoogheidswaan, ook al bestempelen sommigen het dan als een architecturaal hoogstandje. In die nieuwbouw had het oude gemeentehuis, of desnoods een deel ervan, kunnen verwerkt worden. De zoveelste gemiste kans aldaar.

      Like

  8. beaunino

    Allereerst mijn complimenten voor de wijze waarop je dit geschreven hebt.
    War eeuwig zonde van dat trappenhuis, is het heus dat dit onder de sloophamer verdwenen is?
    Het doet mij trouwens wel deugd te zien dat bij ons in de streek de nieuwbouwwoningen een warme en gezellige uitstraling hebben in tegenstelling tot de fantasieloze bouwsels van de jaren ’70 en ’80.

    Like

  9. Eilish

    Bij herbestemming van gebouwen wordt enkel maar rekening gehouden met het financiële plaatje en de snelheid waarmee de hele omzwaai kan gebeuren. Vandaar ook dat renovatie zelden wordt gekozen. Jammer en zeer helaas !

    Like

  10. zem

    Menck, de tranen springen me in de ogen bij het horen van het lied van Sonneveld. Ik mis die man nog steeds.
    Maar het is ongelooflijk dat dat prachtige gebouw met die zeer bijzondere trap is afgebroken. Dat is toch cultuurvandalisme.
    En wat maakt het staan bij de puinhopen, van wat eerst bij je jeugd behoorden, verdrietig.
    En wat heb je het mooi beschreven.

    Like

    • Menck

      Dank je wel, Zem.
      Ik vind het lied van Sonneveld ook heel bijzonder. Hoewel het geen jong nummer meer is, klinkt het allesbehalve gedateerd. Wat Sonneveld toen bezong, gebeurt heden nog steeds. Any lessons learned? Nope. Cultuurvandalisme is effectief de perfecte definitie.

      Like

  11. boerenerfmeneer Boerenerf

    Ook wij zijn niet echt voorstander van al die appartementen die overal te pas en vooral te onpas opduiken. Maar ja, steeds maar meer mensen die op ons klein plekje grond moeten gestouwd worden … Als we nog een beetje groen willen overhouden zullen we het jammer genoeg hogerop moeten zoeken..

    Like

    • Menck

      Appartementen horen mijns inziens niet thuis in rurale gebieden zoals het ouderlijk dorp. Plemp er wat mij betreft Brussel, Antwerpen en andere lelijke vlekken op onze landkaart maar mee vol, doch vrijwaar hierbij de historisch waardevolle gezichten van de sloophamer.

      Like

  12. Mrs. Brubeck

    Geef toe, welke dorpskern straalt nog de charme uit van vroeger?? Als er geen blokken gezet worden uit winstbejag, dan zijn het wel sluipwegen om door te steken van de ene snelweg naar de andere 😦
    En altijd worden er in verkiezingsperiodes mooie maar loze beloftes gemaakt dat het gaat veranderen. Ik kan hier de tuinen niet meer tellen waar men inkijk heeft van een neergepoot klein appartementsgebouw…

    Like

  13. Woelmuizenier

    Elk jaar waneer ik ‘afzak’ zie ik het verschil. Het landelijk gebied waar ik opgroeide is vol gebouwd.
    De ‘Legeweg’ in Moerbrugge is nu een ‘volle’ weg. Nog erger betreft het de landbouwgebieden. Wat eens landerijen waren met gemengde boerenculturen zijn thans herschapen in trieste monomaisculturen. Dies irae, dies illa.

    Like

  14. Billy

    geen fijne evolutie als je het mij vraagt, maar ik vrees dat dit zowat de filosofie is van iedere “moderne” gemeente…
    Die marmeren trap leek me écht vakwerk, jammer dat ze daar zo weinig respect voor toonden. Schande!

    Like

  15. zeezicht

    Ach, als ik die reacties hier lees, schijnt het overal hetzelfde te zijn.
    Een jonge burgemeester wil vernieuwing, dus vaarwel open ruimtes, unieke oude gevels.
    Pas later valt de mislukking op… alles wordt dichtbebouwd en verhard.
    Trappen waar ze niet thuishoren, borduren die plots opduiken en waar mensen over vallen…
    Voetpaden met klinkers die een eigen leven leiden… enz.

    Like

    • Menck

      De meeste burgemeesters, jong of oud, zwichten simpelweg voor grof geld. Het uitzicht van een dorp wordt dientengevolge bepaald door aannemers en niet door het bestuur.

      Like

  16. Mirthe

    In de gemeente waar ik de eerste 18 jaar van mijn leven doorbracht, is hetzelfde gebeurd: groot, nieuw en modern stadhuis gezet, terwijl het oude – dat veel meer charme heeft – zomaar staat te verkrotten. Heel jammer.

    Like

    • Menck

      En dat is nog het ergste van al: in de plaats van een herbestemming of een renovatie staat zo’n charmant pand dan te verkrotten. Schandvlek, iemand?

      Like

  17. Kakel

    De moderniteit rukt overal op. In Rotterdam móest per se de Koninginnekerk wijken omdat ze daar een bejaardenhuis wilden bouwen. Het gebouw stond er maar iedere Rotterdammer liep te janken dat de kerk gesloopt was. Hij staat nu bekend als de mooiste gesloopte kerk van Nederland. http://www.mooistegeslooptekerk.nl/kerken/koninginnekerk/
    De straat waar ik als kind gewoond heb, is er nog steeds. Vreemd genoeg voelt dat als een geruststelling…
    Lieve groet

    Like

    • Menck

      Reeds gesloopt in 1972, lees ik. Wat een mooie kerk was me dat, zeg! En hoe verrekte jammer is zoiets niet. Dat had toch gans anders kunnen opgelost worden, denk ik dan.

      Like

  18. Lost & Abandoned Places

    ik lees woorden van vergane nostalgie ende teloorgang van wat Zedelgem ooit was voor zijn (al dan niet voormalige) inwoners.
    Ben tevens blij dat ik een klein steentje kon bijdragen door het oude gemeentehuis op de gevoelige plaat vast te leggen.
    Veel groeten en doe zo voort!
    Kurt

    Like

    • Menck

      Vergane glorie, nostalgie en teloorgang, inderdaad. Jammer dat het zo moest eindigen met het gemeentehuis, want aanvankelijk waren er nog restauratieplannen.
      Nogmaals dank voor je zeer gewaardeerde medewerking, beste Kurt!

      Like

  19. Hersenspinselkrabbels

    Idd… Die nieuwe huizen van nu… Met hun lelijke moderne zwarte stenen en strakke lijnen, de meeste zijn keukenkotjes of je betaald schrikken van mensen.. Eneuh… Veni vici velcro? 😀

    Like

  20. Brubeck

    Ook hier wordt in de lokale pers vaak en veel gefoeterd op het achteloos platgooien van historisch interessante gebouwen ten voordele van een appartementencomplex. De lokale politiek is daarbij ook niet afkerig van banden met lokale immokantoren en projectontwikkelaars. Ach, denk ik dan, we zitten misschien wel – alles welbeschouwd – in een overgangsfase van enkele decennia waarbij bewoning, beschikbare woonoppervlakte en behoefte aan ruimte bij mensen een andere invulling aan het krijgen is.
    Als we dan in een historisch oud stadje ergens wandelen en de uiterst nauwe straatjes zien vinden we dat pittoresk maar weten ook dat zo een bebouwing in de middeleeuwen gaandeweg plaats moest maken voor ruimere straten en ruimere huizen.
    Als mens (mis)maken we onze eigen leefwereld.

    Like

  21. Pingback: Zo kan het ook | Menck Weserhütte

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.