Bij naft en ontij
Ineens rook ik benzine.
‘Gek,’ schoot het door mijn hoofd, ‘ik rijd in een diesel en ik ruik benzine.’ Het stuk autosnelweg voor me was een diffuse zwartheid waarin geen enkel lichtje te bespeuren viel. Zo desolaat had ik de E40 nog niet eerder meegemaakt, zelfs niet om kwart over drie ’s nachts.
Ik drukte mijn raampje een tiental centimeter open. Meteen zocht een bulderende luchtstroom zich, wild rond de raamstijlen krullend, een weg naar binnen. De geur werd op slag sterker.
Ik stak mijn grootlichten aan en minderde vaart. Op de pechstrook ontwaarde ik een flard van een opengereten vrachtwagenband. Er kleefden dode bladeren aan. Thans kon ik een paar honderd meter voor me uit kijken maar andere weggebruikers waren er niet. Aan het einde van mijn lichtbundels maakte de autosnelweg een wijde bocht naar links. Ik schakelde terug over naar dimlicht en sloot mijn raam.
Pas toen de snelweg zich weer kaarsrecht voor me uitstrekte, zag ik de achterlichten. De wagen reed ver voor me uit. Algauw merkte ik dat de chauffeur een pak trager zijn kilometers verslond dan ik. De contouren van een vrachtwagen werden zichtbaar. De intensiteit van de benzinegeur nam toe naarmate ik hem naderde. Hier was duidelijk iets niet pluis, temeer daar een vrachtwagen allerminst een benzinegevoed vehikel is.
Het begon te motregenen toen ik de vrachtwagen – een zwarte tankwagen – op minder dan honderd meter was genaderd. Ik zette de ruitenwissers op intervalstand. In plaats van de voorruit droog te zwiepen, lieten ze echter brede vette vegen achter. Bij elke slag van de wissers werd het zicht waziger, zodat ik al snel de ruitensproeiers aansprak. Toen dat slechts weinig uithaalde, daagde het me: dit was geen regen, dit was pure benzine.
Ik ging vlak achter de vrachtwagen rijden. Een Poolse nummerplaat. Weer trok ik mijn grootlicht, dit keer om de chauffeur attent te maken op wat hij rijkelijk aan het verspreiden was op de weg. Het was toen dat ik de barst zag. Enfin, barst: de achterste tankwand vertoonde verdorie een vuistgroot gat waaruit royaal benzine gutste. Nu begon ik als een bezetene met mijn grootlichten te flikkeren. Die kerel moest dringend aan de kant. Wat als hij een brandende sigaret uit zijn raampje gooide? Die gedachte boezemde me zo’n angst in dat ik meteen het gaspedaal vloerde en naast de vrachtwagen ging rijden. Ik toeterde een paar keer toen ik ter hoogte van de cabine was. Geen reactie. De chauffeur bleef onverdroten plankgas geven.
Ik trachtte een gezicht in de cabine te ontwaren door mijn lichaam deels over de passagierszetel van mijn auto te buigen en naar boven te kijken. Dat leverde, op een wilde slingerbeweging van mijn wagen na, niks op. Geschrokken ging ik rechtop zitten en drukte mijn linkerhandpalm tien seconden lang midden op mijn stuur. Het amechtige getoeter van mijn bestelwagen ging ten dele verloren in het dieselgebrul naast me. Was die kerel doof of zo? If not, dan toch behoorlijk blind, want ook toen ik weer een portie grootlichtgooien ten beste gaf, zette hij onverstoord zijn weg verder. Ik toeterde nóg een keer, weerom zo’n tien seconden lang. De truck week ineens van zijn baan af en kwam de middenrijstrook opgereden. Qué? Die gek wilde me gewoon van de weg afduwen! Mijn hart sloeg ogenblikkelijk twee tellen over, ik vloerde mijn rempedaal en kwam schommelend achter de vrachtwagen te hangen. Ik verzeker het u: ik zweette peentjes.
Zonder dralen, doch met hevig trillende handen, nam ik mijn gsm uit de middenconsole en toetste 112 in. Als dit heerschap niet wilde stoppen, dan zou een stel zwaailichten hem misschien wel op andere gedachten brengen.
Om een lang verhaal kort te maken: de blauwjas aan de andere kant van de lijn verzekerde me een prompte interventie. En alzo geschiedde. De trekker met oplegger werd nauwelijks tien minuten later de pechstrook opgestuurd door een van blauwe discobollen voorziene patrouillewagen. Ik volgde in hun kielzog.
De geschrokken Pool verklaarde in gebrekkig Engels dat hij niet wilde stoppen omdat hij “meende met een losgeslagen gek te maken te hebben”. Ik werd ooit al vriendelijker omschreven.
Na een korte uiteenzetting van het gebeuren, en nadat mijn identiteitsgegevens alsook de nummerplaat van mijn wagen werden genoteerd, mocht ik beschikken.
“Bedankt hè,” gaf ik de agenten, niet geheel gespeend van cynisme, mee.
“Ú wordt bedankt, meneer,” repliceerde de grootste van de twee.
“Dat wilde ik horen,” beëindigde ik met een knipoog deze korte nachtelijke conversatie, waarna ik me snel in mijn wagen liet glijden.
Toen ik de tankwagen voorbijreed, zag ik nog hoe de benzine zich via de pechstrook onverminderd kwistig een weg zocht naar de lagergelegen grasberm. Ik stak een sigaret op en gooide de bak in zijn drie.
Wat een spannend verhaal!!
LikeLike
Als je veel onderweg bent, beleef je wel eens wat, jazeker.
LikeLike
Well done.
‘k Heb geen ervaring met tankers maar ik zou toch wel verwachten dat zo een ding over sensoren beschikt die drukverlies melden.
Hopelijk vlieg jij niet op de bon wegens telefoneren achter het stuur. Het zal jouw kind maar wezen …
LikeLike
Benzine wordt niet onder druk gebracht in een tanker wegens vloeibaar. Anders is het gesteld voor bijvoorbeeld LPG.
Don’t worry over die boete: ik bel handenvrij. 😉
LikeLike
Knap gedaan, Menck! En zo goed beschreven dat ik dacht de benzine te ruiken 🙂
Jammer dat je een bedankje moet krijgen onder lichte dwang…
LikeLike
Ach, flikken. Ik vergelijk ze graag met eieren: te vol van zichzelf om nog iets anders te bevatten.
Merci voor je compliment!
LikeLike
Etje!
LikeLike
Yep, het stonk daar een beetje.
LikeLike
Misschien was die trucker wel een volger van jouw blog? En had hij dat verhaal van die huurmoord enkele weken geleden gelezen…
LikeLike
Aan zijn krakkemikkig Engels te horen, zit het er niet meteen in dat hij mijn blog volgde.
LikeLike
Wat deed jij ’s nachts nog op de snelweg, weet madam Menck daar wel van ? 🙂
Een verhaal met een reukje en een staartje voor de trucker veronderstel ik …
LikeLike
Ik ben heel vaak ’s nachts – of in de zeer vroege ochtend – al onderweg naar langeafstandsklanten, zeker ’s zomers. Daar zijn namelijk tal van (verkeers)voordelen aan verbonden.
Madam Menck is hiervan geheel en al op de hoogte. 😉
LikeLike
Dan vraag ik me af: had je nu in plaats van benzine een strontreuk waargenomen, zouden je reflexen dan dezelfde zijn geweest?
LikeLike
Daar zou ik mijn gat hebben aangeveegd.
LikeGeliked door 1 persoon
Even was ik op klaarlichte dag meegesleept op een donkere E40.
En dat ruikt zo lekker benzine 😮 :p.
LikeLike
Benzine opsnuiven is niet zo direct mijn ding. Ik hou het op lijmsnuiven en een occasioneel lijntje coke.
LikeGeliked door 1 persoon
Doodeng verhaal. Door jouw interventie gelukkig goed afgelopen.
LikeLike
Hoe het uiteindelijk is afgelopen, weet ik niet. Waarschijnlijk een grote opkuisactie door de brandweer met een ellenlange file tot gevolg.
LikeLike
Sommige mensen verdienen een medaille ! Jij bent er zo een. Hoeveel zouden niet denken, ach ik haal wel in en rij maar snel door.
LikeLike
Veel, vrees ik. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel is gelukkig groter dan mijn onverschilligheid, ook al breng ik mezelf daarmee ook wel eens in minder comfortabele situaties.
LikeLike
Spannend verhaal!
Gelukkig geen… ‘BOEM’
LikeLike
Al een geluk dat ik geen sigarettenpeuk uit het raam gooide.
LikeLike
Je hebt koelbloedig gehandeld, Menck! Je moet er idd niet aan denken wat er gebeurd was als de chauffeur een sigaret op had gestoken. Of jij er eentje uit het raam gooide. Het lot was je goed gezind…
Lieve groet
LikeLike
Het zou beslist een vurig verhaal hebben opgeleverd. 😉
LikeLike
Prachtig geschreven zoals altijd…
En zoals met een aantal van je eerdere verhalen in mijn achterhoofd: Hoeveel hiervan is écht gebeurd, en hoeveel aan je vruchtbare fantasie ontsproten. Maar dat doet natuurlijk allerminst af aan je schrijfkwaliteiten… Ik wou dat ik daar wat van had!
LikeLike
Dank je wel, AnneTanne.
Wat is fictie en wat is echt? For me to know and you to find out. 😉
O ja: je blog is al twee logjes compleet onbereikbaar. ‘Deze pagina kan niet worden weergegeven’ is de enige boodschap die op mijn scherm verschijnt. Que pasa?
LikeLike
Ik merkte zojuist inderdaad op, dat de server offline is. De provider geeft op de site al aan ‘dat eraan gewerkt wordt’, en dat het nog een uurtje kan duren voor de back-up is teruggezet…
Verder merk ik – sinds ik terug aan het bloggen ben – dat de site erg traag aan het worden was… Tijd om mijn account eens te upgraden? Ik wacht af of de traagheid blijft als ie terug online is, en anders maar eens actie ondernemen…
LikeLike
Verdorie Menck, je doet mij ook twijfelen: echt of verzonnen?
Een gat in zo’n tankwagen lijkt mij onwaarschijnlijk. Anderzijds zou het natuurlijk kunnen dat je iets zeer uitzonderlijks hebt meegemaakt. Wie zal het zeggen? Jij waarschijnlijk niet zeker…..?
LikeLike
Goed geraden, Els. 😉
LikeLike
Wie vaak op de baan is, ziet dingen waarvan je je afvraagt: hoe is het mogelijk? En inderdaad: het is dan soms kiezen tussen verantwoordelijkheid nemen en jezelf in veiligheid brengen. Zelf toch ook al een paar keer de politie gebeld voor hindernissen op de weg (een deur die van een remorque gevallen si, een lading bouwafval die van een remorque gekiept is op een baantje donder verlichting, maar waar veel gefietst wordt… Ze kenne mijn nummer al denk ik. Wordt toch meestal spontaan en vriendelijk op gereageerd. Als het dicht bij huis is, zie ik dan trouwens vaak de blauwe zwaailichten van huis uit en soms wordt ik nog eens teruggebeld ook met de mededeling dat er actie ondernomen is. Ze weten bij ons wat communicatie is.
LikeLike
De wegpolitie reageert ook immer spontaan en vriendelijk, zelfs ’s nachts. Ik heb ze toch al een viertal keer gebeld voor een interventie naar aanleiding van troubles op de autosnelweg.
LikeLike
Nog niet gestopt met roken? 😉
LikeLike
Adequaat gereageerd.
Is dit ook een reden om nu te stoppen met roken?
Opgeruimde groet,
LikeLike