The chainsaw massacre

“Die boom is echt wel véél te groot geworden. Hij neemt onze zon weg!”

Aan het woord waren de rechterburen van mijn vader. Dat zijn blijkbaar mensen die de zon als hun eigendom claimen.
De boom in kwestie betreft de overjaarse berk in de ouderlijke tuin. Die majestueuze witschors staat mooi te wezen op minstens vijftien meter afstand van de perceelgrens. Met zijn hoogte van welhaast twintig meter is het geen kleine jongen, maar om nu te zeggen dat hij de zon wegneemt, is je reinste lulkoek. Ik wist overigens niet dat een boom de zon kan wegnemen. Als in: ik pluk je uit de hemel, gij vermaledijde koperen ploert.
“Laat je niet overhalen, pa”, adviseerde ik mijn vader die avond. “Je weet dat er een stel mierenneukers naast de deur woont. Door de berk komt hun terras ’s zomers hooguit een kwartiertje in de schaduw te liggen. Omwille daarvan ga je die oude reus toch niet neerhalen?”
“Neerhalen? Ik denk er niet aan. Maar drastisch snoeien wil ik misschien nog overwegen. Ik sta liever op goede voet met mijn buren, Menck. Het is me geen geruzie waard.”

Wie een berk aanschaft, beste lezer, weet op voorhand hoe groot hij zal worden. Kies in functie daarvan diens standplaats en besef bovenal dat een berk normaliter nooit dient gekortwiekt te worden. Meer zelfs: een berk drastisch terugsnoeien is een erg delicate operatie waarvan de gevolgen nimmer met zekerheid kunnen worden voorspeld. De sapstroom komt al erg vroeg in het jaar op gang en dat kan tot het zogenoemde bloeden leiden. En als een berk begint te bloeden, doet hij dat zelden bescheiden, soms met geheel of gedeeltelijk afsterven tot gevolg.
Wie, om welke reden dan ook, toch een berk gaat kortwieken, doet zulks bij voorkeur tussen halfweg december en de tweede week van januari. Door de kou ligt de sapstroom stil. Als het echter rapper dan verhoopt weer warmer wordt, kan het bloeden alsnog inzetten. Nogmaals: een erg delicate actie, en al zeker tijdens een winter als deze waar er van echte kou nog steeds geen sprake is.

Ondanks mijn eerdere tegenkantingen – “Van een berk moet je afblijven, pa!” – bleek mijn vader enkele dagen later ineens niet meer te vermurwen. De buren hadden hem er ongetwijfeld nog een paar keer op aangesproken.
En zodoende werd de berk gekortwiekt. Drastisch gekortwiekt. Ik zou bijna van kandelaberen gewag willen maken. Het resultaat is een voor meer dan de helft ingekorte hoofdstam en een stuk of wat resterende affreus kale zijstompen. De boom, of wat er thans moet voor doorgaan, doet me denken aan The Texas Chainsaw Massacre: pure horror als gevolg van gewelddadig en nietsontziend kettingzaagwerk, akelige bloedscènes incluis. Dit is een steek door mijn tuiniershart en een echte aanfluiting van de hovenier die prat gaat op zijn respect voor de natuur.

“Als de berk dit al overleeft, zal hij nooit meer uitgroeien tot de statige schoonheid die hij voorheen was”, gaf ik mijn vader mee. We stonden op het verhoogde terras getweeën naar de gehavende sukkelaar te staren. “Hij zal veeleer lijken op een overmaatse struik op stam dan op een fiere boom doordat hij een heksenbezem van flutstammetjes zal aanmaken in plaats van een nieuwe top te vormen.”
“Het is goed zoals het is”, was mijn vaders dwarse antwoord. “Bovendien gaat zulke kerngezonde reus heus zo snel niet naar de filistijnen.”
“On verra, papa.”
“En stront is kaka”, repliceerde hij infantiel rijmend ten teken dat verdere discussie niet aan hem besteed was.
“Ik krijg het koud, ik ga naar binnen”, besloot ik.
“Koud? Zo koud is het nochtans niet.”
“Het is de aanblik van zoveel doffe ellende die me koude rillingen bezorgt, pa.” Waarna ik resoluut de veranda instapte en de deur achter me dichttrok.

[ Foto: Menck | Twaait ]

Eén reactie

  1. Thomas Pannenkoek

    De foto geeft het (allicht bedrieglijk) beeld dat de berk temidden andere bomen staat, en ook die anderen verantwoordelijk zijn voor de ‘diefstal’ van het zonlicht.
    Toen ik tien was, heb ik eens een jonge scheut van zo’n zilverberk uit een verwaarloosde weide mee naar huis genomen en achterin de tuin van mijn ouders geplant. Ongelooflijk in welke korte tijd (ik schat: vijf minuten) die uitgroeide tot een reus van een boom, die uiteindelijk ook moest wijken voor het gezaag van de achterburen.

    Like

    • Menck

      Die andere bomen staan, op ruime afstand, in een parkje achter de ouderlijke tuin. De mierenneukerburen wonen echter rechts van de foto. De namiddagzon staat dan weer links en werpt zo een wijl de schaduw van de berk op hun tuin.

      Like

  2. woelmuizenier

    Toch vreselijk hoe een buurman zich moet laten onderwerpen aan de assertiviteit van de andere omwille van de lieve vrede.
    Schijnvrede! Allicht zal die buurman al gauw beginnen zagen dat die berk nu toch geen zicht is en beter helemaal gekapt wordt. En daarna zal hij wel weer iets anders vinden om zijn gevoelde dominantie uit te drukken.

    Like

  3. Brubeck

    Wij hebben een gelijkaardige situatie gehad met onze berk (die er al stond toen we het huis kochten) die op 1 meter van de perceelsgrens staat. De buurman (die er ook al woonde voor wij het huis kochten) plaatste zonnepanelen op zijn tuinhuis en kwam daarnà pas vragen of we de boom graag zagen. Domme vraag: uiteraard zien we graag onze boom, zo graag als we onze kinderen zien. Uiteindelijk heb ik de boom ook laten snoeien maar de “boomsnoeier” liet er wel diverse dunnere takken aanstaan zodat de boom zelfs meteen terug in bloei kon komen. Maar ik heb er geen verstand van eerlijk gezegd.

    Geliked door 1 persoon

    • Menck

      Eén meter van de perceelgrens is natuurlijk tricky. (De afstand voor hoogstammige bomen is wettelijk bepaald op 2 meter van de scheidingsgrens. Voor laagstammige exemplaren is dat overigens een halve meter.)
      Wel raar dat mensen bomen pas als een hindernis gaan zien als het hen uitkomt, natuurlijk.

      Geliked door 1 persoon

  4. Nicki

    Mijn moeder ging ooit een kapvergunning vragen voor een boom die dicht tegen de perceelsgrens stond, bleek dat er al een kapvergunning was uitgereikt…. aan de buurman! (er stond overigens een omheining, ’t was niet dat ge u kon miskijken..)

    Like

      • floris

        Hij had bovendien nog het gore lef om te vragen of hij het hout mocht houden voor zijn openhaard….moeder heeft het aan de overbuurman cadeau gedaan…. Ondertussen is ze verhuisd naar een appartement, exit buurman 🙂

        Like

  5. hoow@huis met tuin

    ’t is niet te geloven hoeveel last mensen kunnen hebben van bomen.
    En die blaren, ZO een vuiligheid, zoveel rommel zoveel opkuiswerk,…afgrijnselijk…. net geen chemisch kernafval.
    En der zitten vogels in! afschuwelijk, vuil !! last!!

    Dat onze dijken en graskanten vol blikken en flessen liggen heeft blijkbaar niemand last van…..

    Ik kan er mij ziek aan ergeren, hoe mensen vervreemd zijn van de natuur.

    Like

    • Menck

      In mijn vak word ik er quasi dagelijks mee geconfronteerd: mensen zien de natuur, in casu de tuin, als werk, een opgave, een welhaast noodzakelijk kwaad. Genieten? Dat kan enkel nog op terras, en dan nog liefst op een terras in de stad.
      Misschien moet ik mijn vader eens voorstellen dat hij, geheel ter compensatie, al zijn blikken en flessen in de tuin van de buren gooit.

      Like

  6. De Fruitberg

    Tja, ik zou daar dus absoluut niet aan toegeven. De buur weet zich nu gewonnen in dit getouwtrek, en zal niet nalaten om dat nog te doen. Dat soort mensen denken alleen aan zichzelf, trust me. Een goede relatie voor zo’n mensen is “de buur doet wat ik wil”.

    Like

    • Menck

      Je hebt overschot van gelijk. Moest die berk nu nog op een niet wettelijke afstand van de scheidingslijn gestaan hebben, dan zou ik het nog enigszins begrijpen. Maar dit is simpelweg te erg en te belachelijk voor woorden.

      Like

  7. Stef Den Flater

    Ik heb een moeder die graag en veel tuiniert maar als ze aan het snoeien slaat, dan kijk ik weg van schaamte. Elk jaar verbaast het me dat er zo weinig struiken afsterven. Ze heeft een soort snoeiziekte: ze doet het elk jaar excessief, onoordeelkundig en naar mijn bescheiden mening te veel. Zo heeft ze een trompetboom die ze elk jaar danig snoeit dat die tot nu toe slechts 1 keer bloeide. Elk jaar een verschikking om te zien. Ja, er zijn redenen waarom ik niet mee help in de tuin.

    Like

    • Menck

      Een gewone Catalpa of trompetboom drastisch terugsnoeien is, in schril contrast met een berk, beslist geen ramp. Het jaar na de snoei zal hij daardoor effectief niet bloeien, maar eronder lijden doet hij evenmin.
      Mijn schoonvader heeft ook wel een beetje de snoeiziekte maar hij gaat gelukkig wél oordeelkundig te werk. Wat mij betreft mogen bepaalde bomen en heesters beslist een ganse tijd ongemoeid gelaten worden. Dat onze tuin dan – alweer volgens mijn schoonvader – bij momenten op “een brousse” lijkt, stoort me allerminst. Integendeel, zelfs.

      Geliked door 1 persoon

      • Stef Den Flater

        Gelukkig dat ze er niet onder lijd maar ik vind het geen zicht. Persoonlijk verkies ik ook ‘een brousse’. Er zit tenminste leven in. Van dat soort tuinen kan ik genieten.

        Like

  8. Mrs. Brubeck

    Ik ben er jammer genoeg van overtuigd dat daar de meeste burenruzies door onstaan, hoge bomen, hagen die niet gesnoeid worden, overhangend fruit (lekker toch?)….
    Soms dom, soms terecht…
    Maar een beetje meer verdraagzaamheid zou de mensheid niet misstaan! 🙂

    Like

  9. Kakel

    Ik ben het helemaal met je eens: het uitzicht op de boom vind ik onverdraaglijk. Dan had je vader ‘m net zo goed meteen kunnen rooien. Dit is erger…
    Toffe Bowie-link in je zijbalk!
    Lieve groet

    Like

  10. Micheline

    Zonde van een mooie boom te moeten opofferen voor een pissige buur. Wanneer onze buur hier eind van dit jaar vast gaat komen wonen gaan we er ook aan moeten geloven denk ik. Hij heeft al eens geklaagd dat de vruchtjes die van onze palmboom vallen over zijn muur terecht komen wanneer de wind een keer de verkeerde kant kiest. Zou het grof zijn om te zeggen dat de BBQ-lucht dagelijks over onze muur komt aangewaaid?

    Like

  11. Affodil

    Een paar jaar geleden kreeg schoonmoeder de vraag om een knotwilg op de gemeenschappelijke hoek van haar perceel en dat van de buren om te hakken. Buurvrouw had schrik dat de bliksem er ging op inslaan “zo dicht bij huis”. De boom die ze zelf geplant hadden en die veel dichter bij hun huis (en bovendien knal boven een ondergrondse beek) staat bracht blijkbaar geen gevaar mee. Nu weet ik van vroeger dat de pruimelaars achter in onze tuin óók boven diezelfde ondergrondse beek stonden en dat de bliksem dààr wel een paar keer op ingeslagen is. Met extra vruchten het daaropvolgende jaar … Ik moet wel niet uitleggen waarom wij bij elk onweer vol belangstelling staan kijken naar hun bliksemafleider zeker? 🙂

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.