Een ongewenste wheelie

Afgelopen maandagmiddag.
Ik ben me aan het verplaatsen van werkplek a naar werkplek b. Dat gebeurt, zoals wel vaker, met de combinatie bestelwagen plus aanhangwagen.
De aanhanger is amper geladen. Toch dokkert hij op een manier die ik nog niet eerder meemaakte. Omdat de weg waarop ik mij bevind in een typisch Belgische staat verkeert (lees: barsten, putten en bulten) maak ik mij geen zorgen. Ik draai de volumeknop van mijn radio wat meer naar rechts zodat het gerammel overstemd wordt.
Aan een druk kruispunt hou ik halt. Dat is iets wat ik al wel eens pleeg te doen bij een op rood springend verkeerslicht. In mijn spiegel zie ik een auto naderen. Alvorens hij netjes achter me aansluit, gooit de chauffeur een paar keer met zijn grootlichten. Ik groet deze vriendelijke mens terug door alle knipperlichten enkele tellen te activeren.
Het licht springt op groen en ik trek op. Binnen de vijf minuten geeft mijn teller een astronomische 49,62 kilometer per uur aan. Op de radio wordt The Architect van Deus ingezet. Ik draai het volume nog wat hoger en zet het op een meefluiten.
En dan gebeurt het.
Ineens zie ik dat een wiel mijn wagen langs rechts inhaalt. Een wiel, zoals in velg en band en al. Net toen ik ‘langs rechts inhalen mag niet’ wilde denken, hoor én voel ik een gigantische klap die meteen gevolgd wordt door een door merg en been gaand geschraap. In drie tellen zakt de teller van 49,62 kilometer per uur terug naar nul.
Mijn auto staat nog recht, maar in mijn achteruitkijkspiegel zie ik hoe mijn aanhangwagen op halfzeven hangt. En dan daagt het me: dat foutief inhalende wiel, dat is godsamme het mijne!
Auto’s toeteren. Een wandelaar wijst naar het op het voetpad gestrande wiel en vervolgens naar mijn aanhanger. Yep dude, ik heb het onderhand wel al door.
Ik zet mijn vier knipperlichten aan en stap uit. Naast mijn aanhanger ontwaar ik een stukgedraaide kogellager. Voor de Vlamingen alhier: da’s een rollement. Ook de naaf waar het wiel normaliter opschuift, is gebroken.
De wijzende voetganger van daarnet komt naar me toegestapt. “Alles oké, maat?” Al meteen familiair op de koop toe.
“Met mij wel, maar mijn kar is er minder goed aan toe,” leg ik hem, geheel overbodig, uit.
“Dat heb ik nu echt nog nooit meegemaakt,” licht de man me toe.
“Ah, u bezit ook een aanhanger?” informeer ik, enigszins de logica volgend.
“Neen,” antwoordt hij, daarbij een gezicht trekkend van ‘Heb ik dat dan beweerd misschien?’
Ik verlies mijn interesse in dit heerschap en mompel ‘even bellen’ waarna ik in mijn wagen stap. “Met Filip” groet mijn garagist me, tot mijn grote opluchting, aan de andere kant van de lijn. (Enfin, lijn: ik bel met mijn gsm. Maar u begrijpt me wel.)

Ondertussen is mijn aanhangwagen hersteld. Maar straks moet ik met een volumineuze en behoorlijk zware lading een afstand van 150 kilometer overbruggen, daarbij voornamelijk de snelweg benuttend. Ik weet nu al dat ik constant ‘hopelijk breekt er geen wiel af – hopelijk breekt er geen wiel af’ zal denken als ik me tegen 120 kilometer per uur aan het verplaatsen zal zijn. Want tot op heden durf ik me nog steeds niet voor te stellen welke gevolgen een dergelijke breuk zou hebben gehad in volle vaart.

Oerechance gehad,’ zegt men dan bij ons. En zo is het maar net.

[ Foto: Menck | Twaait ]

Eén reactie

  1. Stef Den Flater

    Moraal van het verhaal: als je met de auto bent en medeweggebruikers beginnen je allerlei tekenen te geven dan stop je best eens. Het zou goed kunnen dat je binnen afzienbare tijd een defect voertuig hebt.

    Like

    • Menck

      Een defect voertuig? Het betrof hier de aanhangwagen van mijn voertuig, niet mijn voertuig zelf. Tenzij je met voer-tuig de de wagen bedoelt waarmee mijn lading wordt ver-voer-d.

      Like

    • Menck

      Geen idee waar de uitdrukking vandaan komt, maar ze wordt in zowat gans Vlaanderen gebezigd. In Nederland is ‘hoerenchance hebben’ zelfs opgenomen in de Amsterdamse woordenlijst.

      Like

  2. ludorutten

    Een mens moet geluk hebben om oud te kunnen worden. Heb zelf ook een aanhangwagen en gelukkig nog niet veel meegemaakt behalve een kapotte band en – toen iemand anders de aanhangwagen had aangehangen – de auto die alleen verder reed terwijl de rest op straat achterbleef. Maar ’t blijft toch een gemakkelijk iets.

    Like

  3. Eilish

    Mijn schoonouders hebben ooit een laaghangende, hoogvliegende wagen gehad die onderweg ook een wiel verloor. Hoeveel geluk hebben die niet gehad dat ze dat nog konden navertellen. Jij evenzeer, geluk zit in kleine dingen is in deze weeral eens bevestigd.
    De economische schade bij de firma Menck is een buil die wel zal genezen !

    Like

    • Menck

      Een auto die een wiel verliest, lijkt me een pak bangelijker dan wat ik meemaakte. Je schoonouders hebben inderdaad zeer veel geluk gehad.

      Like

  4. bentenge

    Je gelooft het nooit, het was zo spannend aan het opbouwen dat ik voor de zekerheid “the architect” maar helemaal beluisterde, kwestie van wat te ontspannen. Ik hoop voor jou dat je evenveel oerechance (ofte pietzak volgens Di) blijft hebben.

    Like

  5. Affodil

    Dat beeld gaat nog een tijdje meegaan telkens je daar in de buurt komt. Ik moet mezelf ook soms nog dwingen om langs de plaats te rijden waar we begin dit jaar een klapband hadden. Het is elke keer even “haartjes recht”.
    Gelukkig ben je er ook zonder kleerscheuren vanaf gekomen.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.