(Sp)etter

Els heeft een puist op haar rug. Niet zo’n kleintje ook. Zeg maar gerust een joekel.
Nu is het zo dat sommige vrouwen verzot zijn op puisten, pukkels en aanverwante uitknijpdingen. Het kan ze niet groot genoeg zijn en ze beginnen zowat te juichen als er vervolgens een berg troep uitkomt. Ja, voor een aantal vrouwen staat een puskegel gelijk aan het opperste genot.
Niet voor Els, helaas. Haar puist zit er al weken, begint haar steeds meer te storen en wat meer is: het onding bevindt zich tussen haar schouderbladen. Ze kan er zodoende onmogelijk zelf bij.

Onlangs was ze met haar ongenode gast naar de huisarts geweest. Die zag er meteen een beginnende steenpuist in. Hij had Els bij wat sussende woorden een antibioticum voorgeschreven. Dat zou de ontstekingssnelheid van het abces verhogen. Want een puist is een ontsteking; die stelling klopt als een zwerende vinger.
En zo kwam het dat Els iedere morgen na haar ontbijt een tweekleurige ouwel doorslikte met een weinig water, zich vervolgens voor haar badkamerspiegel posteerde, haar shirt opstroopte en zag hoe de puist met de dag groter, voller en roder werd. Ook de daarmee gepaard gaande pijn nam toe.
“Knijp er eens in. Wie weet…” opperde Els haar man.
“Daar begin ik niet aan. Zo vererger je de boel alleen maar,” repliceerde hij.
“Misschien met een naald dan?” drong ze aan.
Maar haar man bleef onvermurwbaar.

“Allemachtig, een gifgroene puist ter grootte van een spruit. Wat zeg ik? Een tomaat! Maak je maar geen zorgen, meid. Ik tel tot drie en dan laat ik deze kanjer uit elkaar knállen. Klaar voor wat pijn? Want dit kreng vraagt om een stevige hand. Deze vulkaan gloeit en glimt en wil niks liever dan exploderen.”
De dokter telt traag af. “Een… twee… en drie!” De gigaspruitenpuist spit en spat spetterend uit elkaar. En ziedaar: de megabult is zowaar weg. Plat! Maar zowel Els als de dokter zitten van onder tot boven onder de vreselijk onwelriekende smurrie.
Badend in het zweet schrikt Els wakker. Meteen voelt ze de pijn.
“Puist, als je vandaag openbarst, doneer ik je een ereplaats in een loflied. Ik componeer eigenhandig een impressionant canticum voor de grootste en pijnlijkste pusheuvel die er ooit op aarde is geweest. Daar komen de woorden al. Ben je klaar?”
Els staat zuchtend op en slentert naar de badkamer voor een nieuwe inspectie.

“Ik ga vandaag niet mee zwemmen, Anja.” Aan de andere kant van de lijn valt er een korte stilte.
“Voel je je niet lekker?” Anja klinkt oprecht bezorgd.
“Ik… Ik voel me inderdaad niet zo goed in mijn vel.” In mijn vel. Daar was nu eens geen woord van gelogen. Na nog wat oppervlakkig gekeuvel, neemt Anja afscheid met een “Tot volgende week dan!”.
Hm. Dat zou toch wel? “Is het niet, puist?”
Ze stapt opnieuw richting spiegel. Het vuurrode übergezwel zuigt instant alle aandacht naar zich toe. Hiermee kan ze zich écht niet in het zwembad vertonen. Ze huivert bij de gedachte dat alle hoofden zich naar haar bovenrug zouden draaien. Bovendien wordt Koning Puist elke dag kolossaler en machtiger. “Hij voelt zowaar groter aan dan mijn hoofd,” fluistert ze tot haar spiegelbeeld. Ze zucht luid en begint zich te wassen.

“Hoe is het met je boebel?” informeert haar man die avond.
“Erg, Hans. Heel erg. Ik ben zelfs niet gaan zwemmen met Anja vandaag.”
“Omwille van die puist? Komaan!”
“Hey, jij hoeft ze niet te torsen. Ik wel. Daarbij, ik wil niet dat iemand me ziet met zo’n overmaats aanhangsel. Het lijkt wel alsof ik een tomaat tussen mijn schouderbladen cultiveer.”
Haar man grinnikt.
“Ik schenk mezelf wat wijn in,” stuurt Els het gesprek een andere richting uit. “Jij ook?” Ze maakt aanstalten om naar de keuken te gaan.
“Oei, je shirt is helemaal bebloed, schat.”
“Wat? O shit! Mijn puist!”
Ze zet het op een hollen naar de badkamer. Hans staat op en sloft naar de keuken om maar zelf de wijn te gaan halen.
“Há-áns!” Een paniekerige kreet uit de badkamer. “Kom je vlug? Hij is echt com-pleet opengebarsten. En breng de rol keukenpapier mee!”
Zuchtend neemt Hans de rol van het aanrecht en versnelt zijn pas. Aan haar stem kan hij horen dat ze hem knijpt.

Eén reactie

  1. Eilish

    Dit lijkt zowaar op het drama in drie bedrijven dat mijn puberdochter hier heelder dagen maakt over dat puistje teveel op haar snoet. Als ik haar mag geloven dan kijken haar klasgenoten alleen nog maar naar die bulten, terwijl ze toch zo een schoon ogen heeft, helemaal gekregen van haar moeder 🙂

    Like

  2. Affodil

    Dan heeft mijn man wel erg vrouwelijke trekjes (of toch één). Als die nog maar een begin van een pukkel ziet, is het al van “mag ik die uitdrukken?”. Hij zou die reserveren…

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.