19 in flarden
- Er kroop plots een verregende jongeman onder ons plastic zeil. Hij rook naar wierookstokjes. Het bleek een Nederlander. “Mag ik schuilen bij jullie?” Dat mocht. We waren inschikkelijk toen, zelfs al zaten we hierdoor ineens met zijn zevenen opeengepakt. Veertien opgestoken armen hielden het plastic hoog en lieten plasjes balanceren boven onze hoofden. “Gesjellig. Allemaal Belgen?” We knikten maar zeiden niks. “Iemand een biertje?” probeerde hij nog. Toen er opnieuw geen antwoord volgde, staakte hij zijn conversatiepogingen en stak een sjekkie op. Dra vulde de enge ruimte onder het zeil zich met bedwelmend zoete dampen. “Ik word precies mottig”, zei Stefaan na luttele ogenblikken. “Ja maat, die Hollander komt ons hier lamroken met zijn joint,” antwoordde Conny. Ze zei het in het plat Brugs. De Nederlander draaide zijn hoofd verward in haar richting en botste op het gif in haar ogen. “Misschien moet ik dit maar effe buiten doen.” Zes hoofden knikten naar hem, waarna hij zijn deel van het zeil van zich afgooide en zwaar zuchtend de plensbui indook. De plassen boven ons klotsten thans vervaarlijk maar we hielden het droog. Vijf minuten later scheen de zon opnieuw in volle hevigheid.
- Met papierkleefband sjorden we bamboestengels aan elkaar tot we een stok hadden van ruim vijf meter lang. Leen en Conny bevestigden de vlag aan de top van onze geïmproviseerde mast en fixeerden ze met repen tape. Vlag was een groot woord: een stuk wit laken met daarop in zwarte verf ‘B52’ geschilderd, de naam van ons jeugdcafé, moest ervoor doorgaan. Daarna duwden Stefaan en ik de stok voldoende diep in de vochtige grond en trokken vervolgens richting drankenstand. “See you at B 52!” riep Leen ons na. “Elk een pínt hé, Menck. Geen cola meer voor mij.” Ik stak mijn hand op maar keek niet om.
- “Zie jij den Jim?”
“Absoluut.”
“Mag ik in je nek zitten?”
Ik hurkte neer en boog voorover. Leen sloeg haar linkerbeen over mijn hoofd en dirigeerde mijn hoofd tussen haar dijen. “Ja, doe maar.”
Ik richtte me wat wankelend op. Ze giechelde en trok aan mijn haar. Daarna begon ze luidkeels mee te zingen. “Wow, Menck, ik heb hier een fan-tas-tisch uitzicht. En ik zie den Jim, jong!” Ze slaakte een uitgelaten gil.
Terwijl ze zong, sloot ik een wijl mijn ogen. Haar zachte, warme dijen tegen mijn hals stuurden een intense gloed naar mijn liesstreek.
- “Waar zijn de andere vier?”
“Gaan pissen, geloof ik. Ze komen wel op onze vlag af, don’t worry.”
“Die zullen zeiknat worden in zo’n hoosbui.” Ik schikte het plastic zeil wat beter over ons tweetjes.
“Toepasselijke woordkeuze, Menck.” Ze ging op haar rug liggen en trok haar knieën op. Ik installeerde me genoeglijk naast haar.
“Die bassen klinken compleet anders onder zo’n zeil, vind je niet? Ik voel ze hier.” Ze schoof haar hand onder mijn T-shirt en liet hem rusten op mijn navel. Daarna draaide ze haar hoofd naar het mijne.
The Simple Minds zetten ‘Theme For Great Cities’ in toen ik voor het eerst mijn lippen op de hare drukte.
“Hey Menck,” riep mijn madam. “Je valt stil. Is er iets?”
We wandelden langs de wei.
“Alles kwam ineens terug.”
“Wat kwam er terug?”
“Ach, laat ook maar.” Ik sloeg mijn arm om haar middel en we stapten verder. Het was in 1986, schoot het nog door mijn hoofd.
Mo, ziej gie van toeroet?
LikeLike
Nink, van Bruhhe, moar ‘k en lange in Zillegem geweund, vlak tegen Toeroet.
LikeLike
Ton zien wieder e bitje van dezeste kantn. ik weunde tusschen zillegem en toeroet.
LikeLike
Mooi stukje weer, Menck.
Zou wel mooi zijn om dat eens in het Vlaams te lezen.
LikeLike
Dankjewel.
‘Het Vlaams’ is geen op zichzelf staande taal, laat staan een schrijftaal. Het is een mengeling van tussentaal en niet-gestandaardiseerde dialecten uit alle Vlaamse regio’s. Voor één woord in het AN bestaan er vaak tal van Vlaamse varianten. Onmogelijk neer te pennen, dus.
Wat ik in bovenstaande comment aan het scherm toevertrouwde, is bijvoorbeeld West-Vlaams dialect uit de regio Brugge.
LikeLike
Ik ben 2 keer geweest naar Rock Torhout : de laatste keer dat het in een tent was en de eerste keer dat het in open lucht was. Ik herinner me er niet veel meer van maar dit doet me er wel aan denken.
LikeLike
Bijzonder lang geleden: van 1978 (laatste keer in tent) en 1979 (eerste keer in open lucht), zelfs. In die jaren was ik een kind dat wellicht nog nooit van het festival gehoord had.
LikeLike
Snotneus ! Of ik oude doos ? 😉
LikeLike
heel ‘aanschouwelijk’ geschreven. ’t is net alsof je zelf onder dat zeil zit en de regendruppels hoort kletteren! leuk verhaal Menck! prettig weekend, groetjes, Hilde
LikeLike
Dankjewel.
LikeLike
Torhout. Ja, dat is voor mij altijd een beetje Sinead O’Connor.
Voor de rest van het verhaal: “like”
LikeLike
De zomer van 1990!
LikeLike
Sweet memories…ik heb er ook nog wel een paar 😉
LikeLike
O ja? Vertel!
LikeLike
Beeldend geschreven, ik zie het en voel het. Prachtige mijmering over hoe het ooit is geweest. Nostalgisch buitje, Menck?
LikeLike
De nostalgie overvalt me de laatste tijd wel vaker, Margo.
LikeLike
Ik ga er aan kapot, godverdomme.
LikeLike
Haaaaa, Torhout! Schone herinneringen aan schone tijden… aan maten die nog altijd maten zijn, aan maten die stilaan uit het oog verloren zijn, en jammer genoeg ook aan maten die er alleen nog in onze herinneringen zijn. ’t leven gaat veel te rap jong.
LikeLike
Bittersweet memories, wat je zegt. En je conclusie kan ik alleen maar beamen.
LikeLike
Wij gingen daar met de vélo naartoe met mijn vrienden uit Gent. Deze die ik de dag ervoor met de fiets wezen halen was in Gent. Those were the days. Als in: nu zouden ze mij zo zot niet meer krijgen om eerst naar Gent te fietsen en de dag erna naar Torhout.
Ik heb dat jaar niet meegemaakt, ik mocht nog niet van mijn moeder. Maar ik ben dan ook ietsjes jonger 😉
LikeLike
Toch zo’n half decennium, schat ik.
En fietsen van Brugge naar Gent en van Gent naar Torhout? Goed zot, jong. 😉
LikeLike
Al die West-Vlamingen hier,er was ook nog Werchter hé!
Ikzelf ben er nooit geraakt maar van de muziek en de ambiance kon ik in mijn achtertuin genieten. Mijn kinderen en hun vriendinnen heb ik er meermaals (ongeveer 5 kilometer verder)tot aan de barricades gedumpt en weer opgehaald tot ze er later zelf met de fiets naartoe reden. Zalige tijden waren het.
Werchter is de day-after ook een uitstap waard. Je houdt het niet voor mogelijk hoeveel afgedankte maar eens zo druk bezette tentjes daar achteloos achterblijven.
LikeLike
Ik heb me meer dan eens ingeschreven bij de “kuis-crew” die de dag na het festival de weide proper maakte. Wat ik daar toen allemaal verzameld heb, niet te doen! Er waren jaren dat ik mijn ticket ruimschoots terugverdiende met het gevonden geld.
LikeLike
Ik geraakte wel in Werchter en als ik er nu passeer komen ook die herinneringen helemaal terug!
LikeLike
Heel sfeervol verhaaltje. Wat vond je madam er uiteindelijk van? Zou Leen het ook gelezen hebben?
LikeLike
genieten is dit 🙂
LikeLike
Dat soort dingen deed ik niet op een wei hoor. Maar ik zat de dag daarna op de andere toen. De Hollander die wij zagen, piste ongegeneerd op onze voeten.
LikeLike
Bij ons heette Toeroet, Torhawt, maar de regen was even nat hoor …
En dan die keer dat Tanita Tikaram zo stoned als een hoender bijzonder vals aan het kwelen was (1989 ? 1990 ?) Meteen mijn laastste keer dat ik in het slijk ben gaan ploeteren.
Schone herinneringen !
LikeLike